OMGAAN MET DIVERSITEIT

1.1 De ontmoeting van Jezus met de Syrofenicische vrouw: beeldfragment

Het beeldfragment toont een klascontext waarbij twee leerlingen, Ahmed en Pieter-Jan, wegens ziekte de nodige leerstof voor een test gemist hebben. Een andere leerling, Sarah, leent haar notities uit aan Pieter-Jan. Wanneer Ahmed deze notities van Sarah wil lenen, blijkt Sarah deze notities plots kwijt te zijn. Zij heeft deze notities echter niet verloren, maar wil haar notities in feite niet uitlenen aan Ahmed omdat hij een moslim is. Ter verdediging van haar houding verwijst Sarah naar een Bijbelverhaal over Jezus en diens houding ten opzichte van ‘de andere’. De klasgenoten gaan op zoek naar het Bijbelverhaal en de betekenis hiervan.

1.2 Tijdreis: Jezus in de geschiedenis

1.2.1 Jezus’ omgeving: waar leefde hij?

OPDRACHT. Lees de onderstaande tekst en beantwoord de bijhorende vragen.

De Bijbel is een eeuwenoud boek, ontstaan in een wereld die heel hard verschilt van de onze. Om een verhaal uit de Bijbel goed te begrijpen, is het belangrijk om kennis te hebben van de wereld van toen. De wereld waarin je leeft, beïnvloedt namelijk altijd jouw denken en doen. Zelfs Jezus vormde hier geen uitzondering op. We kunnen de verhalen over hem nooit begrijpen als we niet weten hoe de wereld eruitzag waarin hij woonde. Het is dus belangrijk om steeds de (culturele) context van een verhaal voor ogen te houden. De context telt!

Jezus werd ongeveer rond het jaar zes voor onze jaartelling geboren in Bethlehem en groeide op in Nazareth. Dit was toen een klein dorpje in Galilee. Galilea was een joodse regio in het toenmalige Palestina (regio in het Midden-Oosten).

In het verhaal van ‘Jezus en de Syrofenicische vrouw’ lezen we dat Jezus verbleef in de buurt van de stad Tyrus. Tyrus was toen een havenstadje aan de kust van de Middellandse Zee. De stad lag buiten de grenzen van het toenmalige Palestina. Het was een van de belangrijkste steden van de kleine kuststaat Fenicië.

Het godsdienstige leven in Tyrus werd vooral gekenmerkt door het polytheïsme. Met de term ‘polytheïst’ verwijst men naar iemand die niet gelooft in één, maar in meerdere goden.
Ten tijde van Jezus was dit onaanvaardbaar voor de joden. Daarom noemden zij Tyrus ‘het land van de heidenen’ . Mensen die niet geloofden in de God van de joden, beschouwden zij namelijk als onrein. Joden zijn geen polytheïsten, maar monotheïsten want zij geloven in één god (en dat is Jahweh). De term monotheïsme verwijst dus naar een godsdienst met één god.

Judea in de eerste eeuw


OPDRACHT. Lees de bovenstaande tekst en vul de juiste plaatsen aan.

  • 1) Jezus is geboren in ...

  • 2) Jezus groeide op in ...

  • 3) Galilea is een streek in ...

1.2.2 De samenleving van Galilea

OPDRACHT. Lees de tekst over de samenleving van Galilea en vul de ontbrekende woorden aan.

Jezus – godsdienst – joods – monotheïsme – polytheïsme

In Galilea leefden verschillende groeperingen. Al deze groeperingen hadden hun eigen ideeën over godsdienst en de wereld rondom hen. Toch was de meerderheid van de bevolking in heel Palestina (en dus ook Galilea) Maar er waren ook veel mensen die niet joods waren. Deze mensen vereerden soms verschillende goden en waren dus ‘polytheïsten’. De term verwijst naar een godsdienst met meerdere goden. Joden zijn geen polytheïsten, maar monotheïsten want zij geloven in één God (en dat is Jahweh). De term verwijst dus naar een godsdienst met maar één god.

Om de Bijbel en het leven van Jezus beter te begrijpen, is het belangrijk om te weten dat Jezus opgroeide, leefde en predikte in deze joodse context. was heel belangrijk in Palestina, en dus ook in Galilea. en zijn omgeving werden sterk beïnvloed door de Joodse Schrift en traditie. Jezus was dus zelf ook joods. Elke gebeurtenis, van de wieg tot het graf, werd gedomineerd door de Joodse traditie.

OPDRACHT. Beantwoord de onderstaande vragen.

  • 1. Wat is het verschil tussen monotheïsme en polytheïsme?

  • 2. Juist of fout: alle inwoners van Galilea waren joden.

1.3 De ontmoeting van Jezus met de Syrofenicische vrouw

1.3.1 Een opmerkelijk verhaal uit de Bijbel

De geschriften van het Nieuwe Testament in de Bijbel vertellen ons meer over het leven van Jezus, zijn woorden en daden. Het Nieuwe Testament vangt aan met de vier evangeliën: het evangelie volgens Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes. Deze evangeliën brengen een getuigenis van het geloof in Jezus. De woorden en verhalen van Jezus worden in deze geschriften samengebundeld.

Wist je dat ‘evangelie’ van het Griekse woord ‘euangelion’ komt? Dit betekent ‘goed nieuws’ en verwijst naar de goede boodschap die Jezus Christus bracht.

De evangelist Marcus vertelt in zijn evangelie over een ontmoeting tussen Jezus en een Syrofenicische vrouw (Mc 7, 24-30). In dit verhaal ontmoet Jezus een Syrofenicische vrouw, die Jezus om hulp vraagt. Haar dochter is bezeten door een onreine geest, en ze hoopt dat Jezus haar dochter kan genezen. Hier vind je het eerste deel van dit Bijbelverhaal:

[24] Jezus ging naar het gebied van Tyrus. Hij nam zijn intrek in een huis en wilde niet dat iemand het te weten kwam, maar Hij kon niet onopgemerkt blijven.
[25] Maar meteen toen een vrouw, van wie het dochtertje in de macht was van een onreine geest, van Hem hoorde, ging ze naar Hem toe en wierp zich voor zijn voeten.
[26] De vrouw was een Griekse, afkomstig uit Syro-Fenicië. Ze vroeg Hem de demon uit haar dochter te drijven.

De evangelist Marcus beklemtoont dat Jezus en zijn volgelingen naar het gebied van Tyrus trekken. Jezus leefde en predikte namelijk vooral in Galilea. Hij is in Tyrus dus niet omringd door zijn eigen geloofsgenoten, namelijk het joodse volk. Ze vertrekken naar het gebied van Tyrus en Sidon, wat voor Jezus dus ‘het buitenland’ is.

Uit het verhaal blijkt dat de vrouw Grieks is en een Syrofenicische afkomst heeft. Zij was dus niet joods. De naam ‘Syrofenicisch’ is een combinatie van ‘Syrisch’ en ‘Fenicisch’, en is waarschijnlijk afkomstig van het gegeven dat Fenicië toen deel uitmaakte van de Romeinse provincie Syrië. Voor Jezus en zijn volgelingen was zij dus een vreemde, een ‘heidense’.

In de evangelies spreekt men vaak over ‘demonen’ of ‘onreine geesten’. De medische kennis waarover we vandaag beschikken, was onbekend ten tijde van Jezus. Daarom werden ziektes vaak gelinkt aan demonen of onreine geesten. Vandaag spreekt men niet meer over demonen of onreine geesten, maar over tumoren, virussen en bacteriën. Ook psychische problemen werden toen gelinkt aan kwade geesten of krachten.

[27] Hij zei tegen haar: “Laat eerst de kinderen volop te eten krijgen, want het is niet goed om het brood van de kinderen te nemen en het aan de hondjes te geven.”
[28] Ze had hierop een weerwoord: “Heer, ook de hondjes onder de tafel eten van de kruimels van de kleintjes.”

Ten tijde van Jezus was een hond een onrein en minderwaardig dier.



OPDRACHT. Wat zou Jezus bedoelen met het antwoord: “Laat eerst de kinderen volop te eten krijgen, want het is niet goed om het brood van de kinderen te nemen en het aan de hondjes te geven.” (Mt 7, 27)?


OPDRACHT. Hoe reageert de vrouw? Wat bedoelt de vrouw wanneer ze zegt dat “ook de hondjes onder de tafel eten van de kruimels van de kleintjes.” (Mc 7, 28)?

[29] Hij zei tegen haar: “Omdat u dit zegt: ga maar terug, de demon is al uit uw dochter weg.”
[30] Ze ging naar huis, waar ze haar kind in bed vond, terwijl de demon verdwenen was.

OPDRACHT. Welke houding neemt Jezus aan na het tegenantwoord van de vrouw? Wil hij ‘andersgelovigen’ in nood niet helpen? Hoe kan dit als een verhaal van depolarisering worden gezien?



1.3.2 Samenvatting van de interpretatie van het Bijbelverhaal

Jezus’ eerste antwoord

De Syrofenicische vrouw vraagt Jezus om de onreine geest uit het lichaam van haar dochter te verdrijven. Jezus’ reactie is opvallend, zijn antwoord klinkt nogal vreemd en afwijzend: “Laat eerst de kinderen volop te eten krijgen, want het is niet goed om het brood van de kinderen te nemen en het aan de hondjes te geven” (Mc 7, 27). Wat wil Jezus met deze beeldspraak zeggen?

Jezus duidt de vrouw aan als ‘hond’,, en beledigt haar sterk op deze manier. Met deze verwijzing naar ‘de hondjes’ lijkt Jezus te benadrukken dat iedereen die niet tot het joodse volk behoort, bestempeld wordt als een heiden. Een heiden is een anders- of niet-gelovige. Dit verklaart waarom Jezus aanvankelijk afwijzend staat ten opzichte van deze vrouw en haar vraag om hulp.

Daarnaast verwijst Jezus in zijn antwoord naar ‘het brood’.Het brood staat hier symbool voor de kracht die Jezus aan zijn volgelingen geeft. Jezus geeft aan dat dit brood in de eerste plaats bedoeld is voor het joodse volk. Want wat als er te weinig is? Er kan toch niet gedeeld worden met andersgelovigen? Jezus wil er in de eerste plaats zijn voor het joodse volk. Het brood dat voor ‘de kinderen’ is bestemd (het joodse volk), moet niet aan ‘de honden’ (andersgelovigen) gevoerd worden.

Het antwoord van de vrouw

De vrouw geeft niet op. Ze confronteert Jezus met het volgende antwoord: “Heer, ook de hondjes onder de tafel eten van de kruimels van de kleintjes” (Mc 7, 28).

Wat bedoelt de vrouw? Ze wil Jezus erop wijzen dat er ook nu al iets voor ‘de honden’ onder tafel valt, er is genoeg ‘brood’ voor iedereen. In feite bedoelt de vrouw dat de hoop en de redding die Jezus brengt, niet alleen bestemd is voor het joodse volk. Ondanks de verschillen tussen het joodse volk en de heidenen, is het ‘brood’ niet alleen bedoeld voor de kinderen van Israël.

Hoe reageert Jezus?

Na de reactie van de vrouw, geeft Jezus haar het volgende antwoord: “Omdat u dit zegt: ga maar terug, de demon is al uit uw dochter weg” (Mc 7, 29).

Jezus begrijpt de vrouw. Het sterke geloof van de vrouw in Jezus maakt een grote indruk op Jezus. Ook al zijn de vrouw en haar dochter van heidense afkomst, Jezus helpt de vrouw en haar dochter. De dochter van de vrouw wordt bevrijd van de onreine geest dankzij de kracht van Jezus.

Door de ontmoeting en het gesprek met de vrouw verandert Jezus zijn mening. Dit is opmerkelijk! In de meeste evangelieverhalen is het Jezus die het perspectief van de andere verandert, maar in dit verhaal is het Jezus zelf die door de andere zijn mening verandert. Vanaf dat moment wil Jezus er niet alleen zijn voor het joodse volk, de kinderen van Israël. Integendeel, de verkondiging van het Rijk van God heeft een universele draagwijdte en geldt dus voor iedereen.

Het is belangrijk om dit verhaal te kaderen in de toenmalige context. Het evangelie van Marcus werd neergeschreven in een periode waarin de meeste christenen in feite joden waren, die vonden dat Jezus’ boodschap alleen voor joden was bestemd. Echter, in de loop der jaren voelden ook andere volkeren, ‘heidenen’, zich aangesproken tot het geloof in Jezus’ boodschap. De joodse christenen stelden zich de volgende vraag: was de uitbreiding van het christendom naar niet-joden rein? Of was dit onrein? In deze context moet de ontmoeting tussen Jezus en de Syrofenicische vrouw, een heiden, gelezen worden. De evangelist Marcus maakt duidelijk dat ook heidenen, niet-joden, bij het Koninkrijk van God horen.

Hier kan je het volledige Bijbelverhaal lezen.

Jezus en de ontmoeting met de Syrofenicische vrouw
[24] Jezus ging naar het gebied van Tyrus. Hij nam zijn intrek in een huis en wilde niet dat iemand het te weten kwam, maar Hij kon niet onopgemerkt blijven.
[25] Maar meteen toen een vrouw, van wie het dochtertje in de macht was van een onreine geest, van Hem hoorde, ging ze naar Hem toe en wierp zich voor zijn voeten.
[26] De vrouw was een Griekse, afkomstig uit Syro-Fenicië. Ze vroeg Hem de demon uit haar dochter te drijven.
[27] Hij zei tegen haar: “Laat eerst de kinderen volop te eten krijgen, want het is niet goed om het brood van de kinderen te nemen en het aan de hondjes te geven.”
[28] Ze had hierop een weerwoord: “Heer, ook de hondjes onder de tafel eten van de kruimels van de kleintjes.”
[29] Hij zei tegen haar: “Omdat u dit zegt: ga maar terug, de demon is al uit uw dochter weg.”
[30] Ze ging naar huis, waar ze haar kind in bed vond, terwijl de demon verdwenen was.

Bron: KBS, Willibrordvertaling 1975. Marcus 7, 24-30.


Klik op de finishknop om de cursus te voltooien!

Woordenlijst

In deze woordenlijst vind je meer informatie en een verklaring van bepaalde begrippen.

Evangelie
De geschriften van het Nieuwe Testament in de Bijbel vertellen ons meer over het leven van Jezus, over zijn woorden en daden. Het Nieuwe Testament vangt aan met de vier evangeliën: het evangelie volgens Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes. Deze evangeliën zijn geschreven vanuit het geloof en staan in dienst van het geloof in Jezus als de Messias. Zij brengen een getuigenis van het geloof in Jezus. De woorden en verhalen van Jezus worden in deze geschriften samengebundeld.

‘Evangelie’ is afgeleid van het Griekse woord ‘euangelion’, letterlijk betekent dit ‘goed nieuws’. Het verwijst naar de goede boodschap die Jezus Christus bracht.

Fenicië
In de tijd van Jezus was Fenicië een kleine kuststaat in het Oude-Nabije Oosten aan de Middellandse Zee

Galilea
Galilea was in de tijd van Jezus een joodse regio in het toenmalige Palestina. Dit gebied was iets kleiner dan België vandaag. Jezus verbleef het grootste deel van zijn leven in de regio Galilea.

Heidenen
De vrome joden in de tijd van Jezus bestempelden alle mensen die niet geloofden in de joodse God (Jahweh) als ‘heidenen’. Deze mensen werden door hen afgekeurd. Een heidens persoon was voor hen iemand die niet geloofde in Jahweh. Mensen die niet geloofden in de God van de joden, beschouwden zij als onrein.

Kinderen van Israël
Met de term ‘kinderen van Israël’ of de ‘verloren schapen’ van Israël verwijst men naar de bevolkingsgroep ‘Israëlieten’; het joodse volk.

Koninkrijk van God
Jezus spreekt in de evangeliën over het ‘Koninkrijk van God’, of de verkondiging van het Koninkrijk van God. Het is een concept waarmee men verwijst naar de heerschappij van God over alle dingen, het overstijgt aardse heerschappijen. In het evangelie wil men dus met deze verkondiging de heerschappij van God aankondigen. Over de betekenis van dit koninkrijk van God bestaan verschillende opvattingen: is het koninkrijk reeds gevestigd op aarde, of ligt het in de (nabije) toekomst? Of is het er al een beetje? Of is de Kerk een uiting van dit koninkrijk?

Midden-Oosten
Het leven van Jezus heeft zich afgespeeld in de regio van het Midden-Oosten. Daarom vindt het christendom zijn oorsprong in dit gebied. Met de term ‘Midden-Oosten’ bedoelt men de landen in Zuidwest-Azië en enkele delen van Noord-Afrika, zoals bijvoorbeeld Iran, Irak, Syrië, Egypte, enzovoort.

Monotheïsme
De term ‘monotheïsme’ verwijst naar het geloof in één god. Een monotheïstische godsdienst verkondigt het geloof in het bestaan van één god. Voorbeelden van monotheïstische religies zijn: het jodendom, het christendom, de islam. Dit zijn de drie meest bekende monotheïstische godsdiensten.

Nazareth
Nazareth was in de oudheid een klein dorp in Galilea. Galilea was een joodse regio in het toenmalige Palestina (regio in het Midden-Oosten). Jezus werd ongeveer rond het jaar zes voor onze jaartelling geboren in Bethlehem en groeide op in Nazareth.

Palestina
Palestina was in de tijd van Jezus een plaats in het Midden-Oosten. Jezus leefde hier want Bethlehem, Nazareth en Galilea liggen allemaal in Palestina, en dus ook in het Midden-Oosten.

Polytheïsme
Met de term ‘polytheïst’ verwijst men naar iemand die niet gelooft in één, maar in meerdere goden. De term ‘polytheïsme’ verwijst dus naar een godsdienst met meerdere goden. De Grieken en de Romeinen van de oudheid waren bijvoorbeeld polytheïsten want zij geloofden in verschillende goden.

Syrofenicisch
Syrofenicië was ten tijde van Jezus’ leven een gebied onder Romeins gezag dat tot de provincie Syrië behoorde. Fenicië maakte deel uit van de Romeinse provincie Syrië. De naam ‘Syrofenicisch’ is dus een combinatie van ‘Syrisch’ en ‘Fenicisch’.

Tyrus
In het verhaal van ‘Jezus en de Syrofenicische vrouw’ lezen we dat Jezus verbleef in de buurt van de stad Tyrus. Tyrus was toen een havenstadje aan de kust van de Middellandse Zee. De stad lag buiten de grenzen van het toenmalige Palestina. Het was een van de belangrijkste steden van de kleine kuststaat Fenicië.

Bibliografie

B.J. MALINA, W. STEGEMANN, G. THEISSEN (ed.), The social setting of Jesus and the gospels, Minneapolis, Fortress, 2002, p. 52.
C. REYSERHOVE (ed.), GOeD gezien 1? Handleiding, Wommelgem, Van In, 2007, p. 82-97.
C. REYSERHOVE (ed.), GoeD gezien 1? Werkboek leerling, Wommelgem, Van In, 2007, p. 34-38. CHRISTIPEDIA, Fenicië, http://www.christipedia.nl/Artikelen/F/Fenici%C3%AB (toegang 30.01.2020).
D. POLLEFEYT (ed.), Caleidoscoop 1. Handleiding leerkracht, Mechelen, Plantyn, 2015, p. 100, p. 181-195.
D. POLLEFEYT, et. al., Caleidoscoop 1. Werkboek leerling, Mechelen, Plantyn, 2015, p. 126-136.
DE BIJBEL IN DUIZEND SECONDEN, Geografie, http://www.Bijbelin1000seconden.be/menu/tikiindex.php?page=Geografie&highlight=geografie (toegang 29.01.2020).
DE BIJBEL IN DUIZEND SECONDEN, Jeruzalem: Tempel, http://www.bijbelin1000seconden.be/ menu/tiki-index.php?page=JERUZALEM%3A+TEMPEL (toegang 18.02.2020).
DE BIJBEL IN DUIZEND SECONDEN, Marcus 7, 24-30. Jezus en een Syro-Fenicische vrouw, http:// www.Bijbelin1000seconden.be/menu/tiki-index.php?page=Marcus+7%2C+24-30 (toegang 29.01.2020).
F. VAN SEGBROECK, Het Nieuwe Testament leren lezen. Achtergronden, Methoden, Hulpmiddelen, Leuven, VBS, Acco, 2009, p. 5, p. 48, p. 77, p. 80.
H. AUSLOOS & B. LEMMELIJN, De Bijbel: een (g)oude(n) gids. Bijbelse antwoorden op menselijke vragen, Leuven, Acco, 2017, p. 25.
H. AUSLOOS, Geweld, God, Bijbel, Averbode, Uitgeverij Averbode, 2019, p. 97.
J. DE SCHEPPER, Wat christenen geloven, Tielt/Wommelgem, Uitgeverij Lannoo NV/Uitgeverij Van In, 2006, p. 35, p. 91, p. 167-169.
K. JANSSEN (ed.), Deus@school 1e graad. Wie is Jezus?, Averbode, Uitgeverij Averbode, 2009.
KIJKMAGAZINE, De Jezusrevolutie. Hoe het christendom begon, https://www.kijkmagazine.nl/ mens/evolutie-jezus-christendom-begon/" (toegang 29.01.2020).
KBS, Willibrordvertaling 1975. Marcus 7, 24-30.
M. VERHOEVEN, De Tijden der Heidenen, in Amen Magazine 78 (2008), p. 14.
M.A. GETTY-SULLIVAN, Women in the New Testament, Collegeville, Liturgical Press, 2001, p. 84- 90.
NBV NIEUWE BIJBELVERTALING, Marc. 7:24-30, https://www.nbv.nl vertaalaantekeningen/?cid=art.Mark.7.thema (toegang 31.01.2020).
P. ALONSO, The Woman Who Changed Jesus. Crossing Boundaries in Mk 7, 24‐30, Leuven, Peeters, 2011, p. 339-343.
R. DEBERDT, CS-fono, in Catechetische Service 33(3) (2006), 30-32.
R.E. DEMARIS & D. NEUFELD (ed.), Understanding the social world of the New Testament, Londen, Routledge, 2010, p. 45-55.
R. THIJSEN, De leraar uit Galilea, in Het Teken 8 (1997), p. 228.
THOMAS, Jezusbeelden (Bijbelse achtergrond), https://www.kuleuven.be/thomas/page/abeljezusbeelden/ (toegang 13.02.2020).
THOMAS, Ontmoetingsverhalen (Theologische achtergrond), https://www.kuleuven.be/thomas/ page/ontmoetingsverhalen/ (toegang 31.01.2020).
TOBIAS, Toelichting bij het Bijbelverhaal. De ontmoeting van Jezus met de Syrofenicische vrouw, Marcus 7, 24-30, https://www.kuleuven.be/thomas/cms2/uploads/file/De%20ontmoeting%20 van%20Jezus%20met%20de%20Syrofenicische%20vrouw%20-%20exegetische%20toelichting. pdf (toegang 31.01.2020).
UNSPLASH, Unsplash. Photos for everyone, https://unsplash.com/ (toegang 13.07.2020).
WIKIPEDIA, Het Midden-Oosten, https://nl.wikipedia.org/wiki/Midden-Oosten (toegang 20.02.2020).