SOCIALE EN ECOLOGISCHE VRAAGSTUKKEN
3.1 Inleiding
Onze natuurlijke omgeving wordt bedreigd. De Verenigde Naties meldden in 2019 dat ongeveer “1 miljoen dier- en plantensoorten met uitsterven worden bedreigd, waarvan vele binnen tientallen jaren. Dit zijn er meer dan ooit tevoren in de geschiedenis van de mensheid” (VN 2019).
In deze module maak je kennis met enkele belangrijke ethische benaderingen van de bescherming van de natuurlijke omgeving en leer je je daartoe verhouden. Extra nadruk wordt gelegd op onze relatie met dieren en de ethische status van onze omgang met hen.
Vragen over de video
Hieronder staan een aantal vragen die u in de geanimeerde video werden gesteld. Je kunt nog eens nadenken over de antwoorden die je hebt gekozen en vooral over de vraag waarom je ze hebt gekozen. De vragen zijn ook relevant voor de inhoud en de opdrachten hieronder.
3.2 Wat zijn milieu-ethiek en dierethiek
3.2.1 Milieuethiek
Milieuethiek houdt zich bezig met vragen over
• de waarde van het milieu (of ecosysteem),
• onze relatie met het ecosysteem (in de eerste plaats onze plichten jegens het milieu),
• en hoe na te denken over praktische problemen die te maken hebben met het milieu en oplossingen te formuleren voor het behoud van het milieu.
Milieu-ethiek houdt ook verband met ecologie (een vakgebied binnen de
biologie dat de relaties tussen organismen en hun omgeving onderzoekt)
en milieurecht dat manieren onderzoekt om de natuurlijke omgeving te
beschermen door middel van wetgeving.
Ecosystemen voorzien ons in veel van onze basisbehoeften, zoals
schone lucht, voedsel en water, ongediertebestrijding, enzovoorts. De
laatste decennia zijn er talrijke oproepen geweest voor meer concrete,
uitgebreide en georganiseerde inspanningen om de verontreiniging en
andere soorten schade die de mens veroorzaakt te beperken en het milieu
te beschermen. Een bekende figuur die zich inspant om de bescherming
van het milieu te bevorderen – zo niet de meest bekende – is Greta
Thunberg uit Zweden. Zij wordt gezien als grondlegger van de vrijdagse
protesten voor milieubescherming en tegen klimaatverandering, waarbij
onze verantwoordelijkheid ten opzichte van toekomstige generaties van de
planeet werden benadrukt.
3.2.1 Dierethiek
Dierethiek houdt zich bezig met vragen over:
• de morele status van dieren, dat wil zeggen de vragen over hoe we
dieren moeten beschouwen,
• de morele toelaatbaarheid of ontoelaatbaarheid van onze praktijken
waarin dieren betrokken zijn, dat wil zeggen de vragen over hoe wij hen
moeten behandelen,
• de relatie tussen andere dieren en ons, dat wil zeggen de vragen over
overeenkomsten en verschillen tussen hen en ons, en over onze
onderlinge afhankelijkheid
Verschillende benaderingen gaan in op deze vragen, en je zult er in deze les meer over leren. Vragen in de dierenethiek (en hetzelfde geldt voor de milieu-ethiek) kunnen en worden vaak hevig betwist en kunnen een bron zijn van geschillen, polarisatie en geweld.
Opdracht 1
Er zijn verschillende problemen waarmee wij en de natuurlijke omgeving op wereldschaal worden geconfronteerd. Schrijf op of deze problemen onder milieuethiek (ME) of dierenethiek (DE) vallen. Sommige problemen kunnen in beide categorieën vallen. Noteer in de laatste kolom ten minste één en ten hoogste drie mogelijke oplossingen of veranderingen in ons gedrag die je kunt bedenken om het probleem in kwestie aan te pakken.
Bodemaantasting is het verlies van bodemvruchtbaarheid, de diversiteit aan levende wezens in de bodem, en uiteindelijk het verlies van de bodem zelf. Bijna 40% van de bodem op onze planeet is al aangetast.
Dierproeven: elk jaar worden meer dan 100 miljoen dieren gebruikt voor experimenten en het testen van producten (een grote meerderheid daarvan zijn knaagdieren zoals muizen en ratten, maar het bovenstaande cijfer bevat ook vissen, vogels, reptielen, konijnen, apen, varkens, schapen, enzovoorts).
Waterschaarste wordt veroorzaakt door een toenemende behoefte aan water en afnemende watervoorraden. De wereldwijde vraag naar water zal in de toekomst naar verwachting sterk toenemen. Geschat wordt dat over tien jaar meer dan twee derde van de wereldbevolking in waterarme gebieden zal wonen.
3.3 De waarde van het milieu en onze relatie tot de natuur
Milieu-ethiek houdt zich bezig met de waarde van de natuur, het ecosysteem, het milieu en onze relatie daarmee. Eén manier om over deze kwesties na te denken is de vraag te stellen wat binnen de cirkel van onze ethische of morele bezorgdheid valt of zou moeten vallen.
• Moet onze morele bezorgdheid ook dieren omvatten?
• Moet onze morele bezorgdheid zich ook uitstrekken tot wezens en dingen die niet kunnen voelen, dus die geen genot of pijn kunnen voelen of ervaren? br />
Er zijn verschillende antwoorden mogelijk op deze vragen, zoals blijkt uit de onderstaande tabel met standpunten.
Alle en alleen rationele of autonome wezens.
Alle en alleen mensen
Alle en alleen voelende wezens.
Alle en alleen levende wezens
Alle natuurlijke entiteiten, levend of niet-levend.
De opvatting van het ecocentrisme of ecoholisme maakt deel uit van de zogenaamde diepe ecologiebeweging. Ecoholisme stelt ook dat het welzijn en de bloei van menselijk en niet-menselijk leven op aarde waarde op zichzelf hebben en dat deze waarde dus onafhankelijk is van het nut van de niet-menselijke wereld voor menselijke doeleinden.
Gewoonlijk kan men drie redenen aanvoeren voor het beschermen en in
stand houden van natuurlijke milieus. Zij kunnen op de volgende manier
worden geformuleerd:
A. Behoud van de natuurlijke omgeving is in ons economisch eigenbelang.
B. Het behoud van de natuurlijke omgeving is op lange termijn in het
belang van de mensheid, ook al bent u daar misschien niet persoonlijk
bij gebaat.
C. De natuur is intrinsiek waardevol, onafhankelijk van haar effect op de
mens.
Opdracht 2
Probeer na het zien van de video van deze les of het lezen van het scenario dat in dit boek is opgenomen, de beweringen en standpunten van PieterJan, Lindsay, Sarah, David en anderen in te delen in de vier eerdergenoemde categorieën van standpunten. Noteer de antwoorden (A, B, C, of D) in de rechterkolom.
Diepe ecologie benadrukt het belang van de derde reden. Een van haar pioniers was natuurbeschermer, boswachter en filosoof Aldo Leopold (1887-1948) die wordt beschouwd als de vader van de wildlife ecology en hoeder van de wildernis (Lutz Warren 2016).
De moto van zijn land ethic was:
“Iets is goed als het de integriteit, stabiliteit en schoonheid van de biotische
gemeenschap in stand houdt. Het is verkeerd wanneer het daaraan afdoet.”
(Leopold 1987, 224)
3.4. Dierethiek en onze relatie met dieren
Dierethiek is het domein van de ethiek dat zich bezighoudt met de morele status van mensen, dieren en de ethische beoordeling van onze praktijken waarbij dieren betrokken zijn. Het omvat vele onderwerpen en benaderingen. Enkele van de belangrijkste benaderingen worden hieronder kort besproken (zie A, B, C en D).
3.4.1 Lijden of het vermogen om te lijden
Een van de meest gangbare benaderingen in de dierenethiek richt zich op de aanleg van dieren (die kunnen voelen) om te lijden en pijn te voelen. In dit opzicht zijn ze vergelijkbaar met mensen. We moeten het nodeloze lijden dat dieren ondergaan als gevolg van veel van onze praktijken erkennen en proberen deze te veranderen. Dit idee is het duidelijkst verwoord door de filosoof Jeremy Bentham (1748-1832), toen hij omtrent dieren zei:
“De [relevante] vraag is niet: Kunnen zij redeneren of praten, maar: Kunnen zij lijden?”
Schrijver en sociaal hervormer Henry S. Salt (1851-1939) voegde hier een zeer eenvoudige gedachtegang aan toe:
“Pijn is pijn ... of het nu door een mens of dier wordt veroorzaakt. Het wezen, mens of dier, dat eraan lijdt en bewust is van zijn ellende zolang het duurt, ondervindt het kwaad.”
De kenmerken die dieren met mensen delen, met name waarnemingsvermogen (het vermogen om te voelen, waar te nemen of te ervaren) gecombineerd met het feit dàt mensen kunnen afzien van veel praktijken die dieren onnodig laten lijden, leiden tot de eis om deze praktijken te veranderen of ze zelfs af te schaffen. Het is moeilijk om zinnige redenen te vinden om dierenleed en -pijn niet mee te nemen in het nadenken over welzijn. De opvatting genaamd ethisch humanisme of antropocentrisme, die stelt dat alle en alleen alle mensen morele aandacht verdienen, veronderstelt dus dat dieren geen morele status hebben.
Het overheersen van ethisch humanisme gedurende het grootste deel van de geschiedenis heeft geresulteerd in de toestand waarin we ons vandaag bevinden. Jaarlijks worden er meer dan 80 miljard niet-menselijke dieren worden gedood, voornamelijk als voedsel en als onderdeel van diverse testen experimenteermethodes. Deze dieren leiden vaak een miserabel, pijnlijk en frustrerend bestaan voordat ze sterven. Wat betreft het lijden van dieren zouden we onze praktijken (bijvoorbeeld vleesproductie, intensieve veeteelt, dierproeven, gebruik van dieren in dierentuinen) die dit lijden bevatten, moeten veranderen.
Wat is het verschil?
Het cruciale punt in de verwerping van ethisch humanisme betreft het zoeken naar de onderscheidende kenmerken tussen mensen en niet-menselijke dieren. Zo’n kenmerk zou dan zogenaamd de (juiste) groep van wezens
definiëren die een gelijke minimale morele status delen.
Wat zou een rechtvaardiging kunnen zijn voor het feit dat wij dieren anders moeten behandelen dan mensen? Misschien dat ze geen taal en/of spraak hebben, geen rationaliteit, geen verstand, geen vermogen om in te stemmen met sociale en morele regels, ze geen ziel hebben of ze zelf geen morele verplichtingen hebben?
Opdracht 3
Wij en Zij
Bedenk en zoek drie verschillen tussen mens en dier (die kunnen algemeen of specifiek zijn, bijvoorbeeld dat sommige dieren veren hebben en mensen niet). Schrijf je antwoorden hieronder op.
Denk na over het belang van deze verschillen (voor dieren en voor ons). Stel jezelf vragen zoals “Zouden vogels nog steeds vogels (of dieren) zijn als ze al hun veren verliezen? Zou iemand ophouden een mens te zijn als hij/zij veren kreeg? Probeer daarbij overeenkomsten tussen mensen en dieren te vinden. Schrijf ten minste drie overeenkomsten op die je met dieren deelt en die heel belangrijk voor je zijn.
3.4.2 Rechten
Een andere benadering voor het dierenvraagstuk omvat een beroep op de rechten van dieren. Sommige dieren hebben minstens negatieve rechten van niet-inmenging, zoals het recht om niet gedood, beschadigd of gemarteld te worden. De meeste van onze bestaande praktijken waarbij niet-menselijke dieren betrokken zijn, zijn op een bepaalde manier een schending van dergelijke rechten en worden in dat opzicht dan als moreel verkeerd en onaanvaardbaar beschouwd. Deze rechtenbenadering is gebaseerd op de toekenning van intrinsieke (inherente) waarde aan alle wezens met gevoel. De op rechten gebaseerde benadering beschouwt de toekenning van beschermende rechten aan dieren als de beste manier om dit algemene doel, namelijk het waarborgen van het welzijn van dieren, te verwezenlijken.
3.4.3 Abolitionisme
De afschaffingsbenadering in de dierenethiek, ook wel Abolitionisme genoemd, bepleit de afschaffing van het gebruik van dieren. Haar belangrijkste zorg is dat andere benaderingen zich alleen richten op de manier waarop we niet-menselijke dieren zouden moeten behandelen en niet op een dringender kwestie, namelijk dat we ze helemaal niet zouden moeten behandelen en gebruiken. In een consumptiemaatschappij richten we ons vaak op “diervriendelijke” producten, zoals “scharrelvlees”, “kooivrije eieren”, “gelukkig vlees” (happy meat), enzovoorts. Het Abolitionisme neemt een radicaler standpunt in door al het gebruik van dieren als moreel onaanvaardbaar te beschouwen en beweert dat elke “humane behandeling” of “humane consumptie” slechts een illusie is
Opdracht 4
Dierenkamer
(Kies eerst een kamer waarin je deze opdracht gaat doen. Het kan jouw kamer zijn of een andere kamer in je huis).
Ken je een product dat is gemaakt van dieren, van stoffen die van dieren
komen of van hun arbeid (bijv. leren schoenen of tassen)? Veel andere
dingen worden ook gemaakt op een manier waarbij dieren of hun producten
worden gebruikt. Tandpasta, kauwgom, kleurpotloden worden vaak gemaakt
van stoffen die van dieren afkomstig zijn. Bijna alle plastic tassen bevatten
stoffen die van dieren afkomstig zijn. Ook producten die roodgekleurd zijn,
zoals sinaasappelsap, vernis, suiker, wasverzachter die we gebruiken om
onze kleren te wassen, hebben een grote kans om op zijn minst een of
andere dierlijke stof te bevatten. Doe zelf wat onderzoek op het internet.
Wat zou er nog meer op de lijst kunnen staan? Gebruik post-it briefjes of
verwijderbare stickers en plak ze op de dingen die op de lijst staan. Probeer
er zoveel mogelijk te markeren. Ga nu zitten op een plek in de kamer waar je
je het prettigst voelt. Neem ten minste 30 seconden de tijd om te observeren
hoe de kamer met alle stickers eruitziet. Schrijf nu de gedachten op die
onmiddellijk na deze activiteit bij je opkomen.
3.4.4 Zorg en gezelschap
De benadering van de zorgethiek en soortgelijke benaderingen zijn erop gericht dieren als onze metgezellen te zien. Zij pleiten voor een verandering in onze houding ten opzichte van dieren en voor het wegnemen van de barrières die onze cultuur tussen mens en dier heeft opgeworpen.
Dierenbevrijding (bevrijding van pijn en lijden) en de dierenrechtenbeweging kunnen dan wel succesvol zijn in het bestrijden van een deel van onze huidige behandeling van dieren, ze kunnen over het geheel genomen geen nieuwe basis vormen voor het vestigen van een inclusief model van een ethische gemeenschap waar dieren samen met ons deel van uitmaken. De manier om dit te bereiken is het ontwikkelen van een grotere zorg voor niet-menselijke dieren, gebaseerd op onze gemeenschappelijke evolutie en de verschillende manieren waarop wij samenleven. Wij maken allen deel uit van een wederzijds afhankelijk en onderling verbonden ecosysteem.
Onze relatie met niet-menselijke dieren kan ook worden gezien als een relatie met onze medeschepselen of metgezellen bij wie we gezelschap kunnen zoeken.
Woordenlijst
Abolitionisme:
een opvatting die pleit voor de volledige afschaffing van het gebruik van dieren door de mens.
Antropocentrisme
de overtuiging (en de daarmee samenhangende praktijken) dat in de kring van
onze morele bekommernissen (waarden, plichten, enz.) alleen de mens moet worden opgenomen
(ook ethisch humanisme).
Biocentrisme:
de overtuiging (en de bijbehorende praktijken) dat alle levende wezens moeten
worden opgenomen in de kring van onze morele bekommernissen (waarden, plichten, enz.).
Diepe ecologie:
de opvatting dat de natuurlijke omgeving of de natuur in haar geheel een bijzondere, intrinsieke of inherente waarde heeft en dat wij onze verhouding tot de natuur moeten veranderen.
Dierenethiek: een deelgebied van de ethiek dat de morele status van dieren, hun waarden en de
ethische status van onze praktijken waarbij dieren betrokken zijn, onderzoekt.
Ecocentrisme/ecoholisme:
de overtuiging (en de daarmee samenhangende praktijken) dat de
gehele natuur, alle natuurlijke entiteiten, levend en niet-levend, moeten worden opgenomen in de
kring van onze morele bekommernissen (waarden, plichten, enz.)
Land ethic(s):
een holistische en ecocentrische benadering in de milieu-ethiek. Het is ontwikkeld
door Aldo Leopold, die pleitte voor een verandering in de relatie tussen mens en natuur, zodat de
mens niet langer een veroveraar van de natuur of het land is, maar er slechts deel van uitmaakt.
Hij pleitte ook voor respect voor het hele ecosysteem (dieren, planten, bodem, water, het land zelf,
enz.).
Milieu-ethiek:
het gebied van de ethiek dat zich bezighoudt met de waarde van het milieu
(of ecosysteem), onze relatie ermee (in de eerste plaats onze plichten jegens het milieu) en de
toepassing van ethische normen op praktische problemen betreffende het milieu.
Rationalisme:
de overtuiging (en de daarmee verbonden praktijken) dat alleen rationele wezens in
de kring van onze morele bekommernissen (waarden, plichten, enz.) mogen worden opgenomen.
Sentientisme:
de overtuiging (en bijbehorende praktijken) dat alleen wezens die in staat zijn te
voelen, d.w.z. wezens die plezier en/of pijn kunnen voelen, opgenomen moeten worden in de kring
van onze morele zorgen (waarden, plichten, enz.).
Utilitarisme:
een morele theorie die stelt dat de moreel juiste handeling (of onze plicht) de handeling
is die het meeste nut/waarde oplevert (gewoonlijk opgevat in termen van netto overschot van
plezier boven pijn, geluk, of welzijn van individuen).
Zorgethiek/ethiek van de zorg:
een morele theorie die zorg, dat wil zeggen het zorgen voor individuen, als centrale ethische overweging neemt.
Referenties
Engel, Mylan jr. and Jenni, Kathie. 2010. The Philosophy of Animal Rights. Brooklyn: Lantern
Books.
Gray, Richard. 2019. Sixth mass extinction could destroy life as we know it. Available at:
https://horizon-magazine.eu/article/sixth-mass-extinction-could-destroy-life-we-know-itbiodiversity-
expert.html
Leopold, Aldo. 1987. A Sand County Almanac and Sketches Here and There. New York: Oxford
University Press, 1987.
UN, 2019. UN Report: Nature’s Dangerous Decline ‘Unprecedented’; Species Extinction Rates
‘Accelerating’. Available at: https://www.un.org/sustainabledevelopment/blog/2019/05/naturedecline-
unprecedented-report/