Goddelijke en menselijke wetten: Verenigbaar of niet?

5.2 Menselijke wetten

5.2.1 Inleiding

De contradictie tussen Goddelijke wetten en menselijke wetten is een eeuwenoude discussie. Dit past in feite in het kader van ‘Hoe staat verstand tegenover geloof?’. De oude Grieken spraken van logos (ratio) versus mythos (geloof). Ze probeerden alles rationeel te verklaren.

De islam heeft in het verleden ook de spanning tussen verstand en geloof gekend die bekend stond als ta’rud al’aql wa annaql 1. Veel pogingen werden gedaan om die contradictie op te heffen zoals Ibn Rushd (Averroes) heeft geprobeerd. Ibn Rushd, een grote moslimfilosoof2 , heeft in zijn boek Fasl Almaqaal (het beslissende woord) een fatwa uitgesproken, namelijk dat verstand en Islam elkaar aanvullen en niet elkaar tegenspreken. Averroes legt uit hoe men de Koran dient te interpreteren zodanig dat zijn leer niet botst met het verstand. Volgens hem is verstand gebruiken zelfs een religieuze verplichting. Deze vaststelling staaft hij met enkele verzen zoals “Neemt u dus dit tot voorbeeld, O gij inzichtsvollen” (Koran 59:2), “Hebben zij de koningsmacht van de hemelen en de aarde niet gezien, en al de dingen die God heeft geschapen» (Koran 7:185).

Het eerste vers legt Ibn Rushd als volgt uit: “Dit is een tekstuele onderbouwing van de verplichting om logische redeneringen te gebruiken, of eventueel een combinatie van logische en jurdische redeneringen.”3 Het tweede vers is volgens de auteur een aansporing tot het bestuderen van alles wat bestaat.4 Daarna komt hij tot de conclusie dat de Koran de mens verplicht door middel van de rede om over alles wat bestaat na te denken.

Ibn Rushd is sterk overtuigd dat het onmogelijk is dat verstand in tegenspraak is met de islam. Daarom zegt hij: “De waarheid is immers niet in strijd met waarheid, maar moet er juist mee overeenstemmen en er een bevestiging van zijn.”5 Met de eerste waarheid verwijst hij naar de waarheid die men via het verstand achterhaalt en met de tweede verwijst hij naar de islam. Ten slotte sloot hij zijn boek af met de volgende vaststelling: “…ik bedoel daarmee dat het verstand de vriend en de zoogzuster van de godsdienst is.’’ Met andere woorden verstand en geloof zijn twee methodes om de waarheid te achterhalen.

Maar alles hangt natuurlijk af van interpretatie. Als je de regels van eeuwen geleden vandaag letterlijk wil toepassen, dan heb je een probleem. De profeet was ook niet geobsedeerd door regels, maar door rechtvaardigheid.

5.2.2 Definitie van Goddelijke wetten

De Goddelijke wet volgens de islam is de wil of de leiding van Allah die geopenbaard is aan de mens via zijn profeten. Die wil kan men terugvinden in de eerste plaats in de Koran en op de tweede plaats in de soenna.

De fundamentele vraag is: “Hoe kan de mens de wil van Allah achterhalen?” De islamitische geleerden hebben hier heel goed over nagedacht. Ze gebruiken daarvoor de methode genaamd Ijtihad.

Ijtihad is een welbekende term binnen de islamitische leer. De term betekent letterlijk ‘volle inspanning doen’6.

Kortom, het gaat om een persoonlijke intellectuele interpretatie van een bekwaam persoon over Gods openbaring. De Goddelijke wetten omvatten de wil of leiding van Allah die men via ijtihad achterhaalt.

5.2.3 OEFENINGEN

Oefening 1: Beantwoord de volgende vragen individueel.

1. Welke fatwa heeft de moslimfilosoof Ibn Rushd uitgesproken in zijn boek Fasl Almaqaal?

2. Wat is volgens Averroes/Ibn Rush een religieuze verplichting? book Fasl Almaqaal?

3. Was profeet Mohammed geobsedeerd door regels?

Oefening 2: Ontbrekende woord.
Vul het ontbrekende woord in:

religieuze verplichting – aanvullen – moslimfilosoof – Koran – verstand

De islam kende ook een spanning tussen en geloof in de geschiedenis. Ibn Rushd een grote heeft dit aangekaart in zijn boek Fasl Almaqaal een fatwa uitgesproken. Hij benadrukt in zijn boek dat verstand en islam elkaar en zeker niet contradictorisch. In zijn boek leert Averroes ons hoe we de dienen te lezen rekeninghoudend met de interpretatieegels. Volgens hem is het zelfs een

5.3 menselijke wetten

5.3.1 Inleiding

Elk land beschikt over een eigen rechtssysteem om orde te stellen in de maatschappij. Menselijke wetten streven naar harmonieuze samenlevingen, waarbij rechtvaardigheid en gelijkheid centraal staan. Daarom verwacht men van mensen dat ze plichten nakomen en gedragingen die schade kunnen aanbrengen aan de maatschappij vermijden.

5.3.2 Betekenis en functie van menselijke wetten

De menselijke wetten of seculiere wetten7 hebben geen religie als inspiratiebron. In het Romeinse Rijk was religie een staatsaangelegenheid (staatsreligie), waarbij de staat bepaalde religies tolereerde of onderdrukte. Het christendom werd de staatsreligie van het Romeinse Rijk in de 4e eeuw. Tot aan de 18e eeuw was er een directe relatie tussen kerk en staat: kroning keizer door paus, aanstelling bisschoppen door lokale koning, relatie lokale wet en kerkwet, inquisitie, lokale belasting en kerkbelasting, beïnvloeding pausverkiezing door koningen, oorlog voeren in naam van religie, enzovoort. Vanaf de Verlichting komt daar verandering in: de staat mengt zich niet met het persoonlijk geloof van de burgers, noch met de kerk, en de kerk bemoeit zich niet met de staat. Er is sprake van een scheiding van instituten. De staat kan dus niemand verketteren, of straffen, voor bepaalde religieuze overtuigingen, het bepaalt of beoordeelt niet de waarheidsclaim van een religie

Het Europese model heeft altijd plaats gelaten voor religie en staat toe dat mensen inspiratie halen uit hun geloof. Vrijheid van religie is op die manier een belangrijk goed in Europa. Zolang die inspiratie conform de grondwet, de wetenschap en de ratio is, past dat binnen het verhaal van de Europese waarden. Maar dit vergt een denkoefening voor moslims door hun geloof meer naar de geest te lezen en minder naar de letter.

Karl Popper8 maakt een verschil tussen ‘the context of discovery’ en ‘the context of justification’.

Het eerste begrip geeft aan waar een theorie vandaan komt en dat mag volgens Popper geen rol spelen. Iemand mag zelfs een theorie dromen. Het tweede begrip betekent dat de theorie moet onderworpen worden aan wetenschappelijke methoden. Doorstaat de theorie die toets, dan is ze aannemelijk.

Bovendien zijn wetten niets anders dan waarden die we in normen omzetten. Waarden kunnen hun oorsprong eender waar hebben, ook in levensbeschouwelijke ideeën. Wetten zijn niet seculier of religieus, wetten zijn formele spelregels die in de publieke ruimte vanuit zowel seculiere als andere levensbeschouwingen kunnen gerechtvaardigd of gearticuleerd worden tot een gemeenschappelijke basis. Voor gelovigen groeien die waarden uit het feit dat elke mens een kind van God is. Rationalisten zien elke mens als een rationeel wezen en zoeken hun waarden vanuit die optiek. Utilitaristen vertrekken vanuit de idee dat iedereen recht heeft op de hoogste vorm van geluk en ecologisten verwijzen naar de gedachte dat iedereen deel uitmaakt van een naar een evenwicht zoekend ecologisch systeem. Zo komt er een gemeenschappelijke basis, die in wetten kan gegoten worden. Daarbij zijn normen niet statisch, maar dynamisch en evolutief naargelang de context.

5.3.3 Oefeningen

Oefening 1: Definitie waarden en normen. Ga op zoek naar een eigen definitie voor de term ‘waarden’ en normen.

Definitie waarden:

Definitie normen:

Oefening 2: Waardentop

A. Som vijf waarden op die jij belangrijk vindt. Bijvoorbeeld rechtvaardigheid, respect, eerlijkheid.

B. Make a top three of values according to you:

Oefening 3: Waardenconflict

1. Casus Anes: De vriend van Anes maakt een discriminerende opmerking over een vrouwelijke klasgenoot. Anes vindt de opmerking van zijn vriend niet kunnen.

Bij een waardenconflict twijfel je tussen twee waarden. Welke waarden komen er aan bod bij dit conflict?

Welke waarde vind jij in zo een situatie het belangrijkste?

Hoe zou jij reageren?

1. Casus Selma: Selma hecht heel veel belang aan het dragen van een hoofddoek. Ze vindt dat ze zich mag kleden hoe ze willen en dat ze haar mag uiten op haar manier. De school daarentegen vindt dat Selma haar hoofddoek moet afdoen op school. Religieuze symbolen zijn verboden, dit staat zo in het schoolreglement. Selma vindt haar educatie heel belangrijk en heeft veel respect tegenover de school, maar ook haar vrijheid, zelfbeschikking en geloofsovertuiging vindt ze belangrijk.

Welke waarden komen bij dit voorbeeld met elkaar in conflict?

Geef zelf een voorbeeld waarbij enkele waarden, regels en/of tradities met elkaar in conflict komen.

5.4 De verzoening tussen Goddelijke en menselijke wetten

5.4.1 Inleiding

“If we are to think intelligently about the relations between Islam and British law, we need a fair amount of ‘deconstruction’ of crude oppositions and mythologies, whether of the nature of sharia or the nature of the Enlightenment”.9

Dit citaat van de voormalige aartsbisschop van Canterbury Rowan Williams wijst er op dat de uitgebreide betekenis van de term sharia heel belangrijk is. Met andere woorden, het is onterecht om de term sharia te reduceren tot een enge interpretatie van het islamitische strafrecht.

De juiste interpretatie van de term sharia is belangrijk om te weten of er al dan niet een contradictie is tussen Goddelijke wetten en de menselijke wetten. Veel mensen associëren de term ‘sharia’ met onrecht, harde wetgeving en brutale afstraffingen zoals vrouwenonderdrukking, lijfstraffen etc. Dat komt doordat de media, bepaalde politici en jihadisten de term te pas en te onpas gebruiken. Maar gebruiken ze de term wel correct?

De betekenis van de term ‘sharia’ betekent meer dan enkel islamitische wetgeving. Het bevat niet enkel wetgeving maar onder andere ook rituelen, geloofsleer en filosofie. Het is fout om de vertaling van de sharia enkel te beperken tot ‘islamitische wetgeving’.

Sharia is geen wetgeving die strikte regels bevat. Er bestaat geen boek over de sharia die islamitische wetten bevat zoals dat wel het geval is met bijvoorbeeld het Belgische wetboek. Alle boeken over islamitische fiqh zijn individuele interpretaties van de Koran en de Soenna.

Allah’s woorden zijn eeuwig maar diegene die Allah’s woorden interpreteert is slechts een product van zijn tijd. Er bestaan duizenden tafsiers en boeken over de fiqh, iedereen houdt er een andere interpretatie en mening op na. Al die boeken zijn uiteraard werken gemaakt door mensen en kunnen daarom fouten bevatten in tegenstelling tot de woorden van Allah.

5.4.2 Wat betekent ‘sharia’ nu eigenlijk?

De Arabische term sharia betekent oorspronkelijk het pad dat naar het water leidt. Het gaat hier niet over een waterput waaruit je water moeten halen, maar wel de weg of stroming die je moet volgen om een vruchtbare plaats te vinden of een plek waar water naartoe stroomt.

Water staat voor leven. Dat betekent dat sharia de weg is die gevolgd moet worden om de natuur van de mens te beschermen. De natuurlijke aanleg van de mens moet beschermd worden en automatisch zal dit leiden tot een rechtvaardigere en vredevolle samenleving. Helaas wordt deze term vaak verkeerd geïnterpreteerd en begrepen.

5.4.3 Contradictorisch of verzoenbaar?

Meestal wordt de term sharia als “Islamic law” beschouwd. Deze interpretatie dekt echter niet de gehele lading van de sharia. Sharia bevat voor een groot deel religieuze normen die betrekking hebben tot de leer en de rite (ibadaat) en deze laatste valt onder de vrijheid van godsdienst die door de Europese rechtsorde verleend wordt. Artikel 9 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens waarborgt de vrijheid van godsdienst en garandeert eveneens de uiting ervan.

Zelfs wanneer sharia als “Islamic law” wordt vertaald, dan nog bestaat er een brede omvang van sharia normen die volledig in overeenstemming zijn met de Europese juridische normen, mits men de term sharia in zijn geheel benadert.

Gelet op de voorgaande uitleg is er geen enkel probleem voor de islam om redelijk te functioneren in een democratische staat. De islam bevat voor een groot deel religieuze normen die betrekking hebben tot de leer en de rite en deze laatste valt onder de vrijheid van godsdienst die door artikel 9 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens verleend wordt. Anderzijds bevat de islam weliswaar ook veel normen die betrekking hebben tot de sociale handelingen (moe’amalaat), maar zoals eerder vermeld is het islamitisch legitiem om deze categorie rationeel te benaderen mits de islamitische pricipes in ogenschouw worden enomen. En deze laatste vallen nagenoeg altijd samen met de Westers normen en waarden.

Dus indien het secularisme de scheiding tussen Kerk en Staat betekent en de Staat haar normen en waarden middels verstand bepaalt dan is er geen enkel probleem. Want de Staat regelt meestal de onderlinge sociale handelingen bij haar onderdanen op rationele basis en dat is islamitisch ook verooloofd mits rechtvaardigheid het ultieme doel is. Indien het secularisme een vorm is om levensbeschouwelijke diversiteit te beheren, dan heeft ook hier de islam geen probleem.

“Want het is islamitisch onverantwoord om een inidividu eender welke religie op te dringen, zoals klaar en duidelijk in soerat Al-Baqara vers 256 vermeldt staat: “In de godsdienst is geen dwang. Redelijk inzicht is duidelijk onderscheiden van verdorvenheid.”

Zoals al eerder aangehaald is rechtvaardigheid het hoogste pricipe van de sharia en het maakt niet uit hoe dit gerealiseerd wordt of tot stand wordt gebracht zoals Ibn Alqayyiem het prachtig heeft verwoord.10

5.4.4 Oefeningen

Oefening 1: Vul in met juist of fout en motiveer je antwoord.

Stelling

Juist of fout?

Motivering

1. De sharia betekent enkel islamitische wetgeving.

2. Tafsiers en boeken over de fiqh bevatten geen fouten want ze zijn gemaakt door de mens.

3. De term ‘sharia’ wordt vaak geassocieerd met onrecht en onderdrukking.

4. Er bestaat geen boek over de sharia die islamitische wetten bevat.

5. De boeken over islamitische fiqh zijn geen individuele interpretaties van de Koran en de Soenna.

6. Het is terecht om de term sharia te reduceren tot een enge interpretatie van het islamitisch strafrecht.

7. Media, bepaalde politici en jihadisten gebruiken de term ‘sharia’ vaak zonder de juiste betekenis en context.

Oefening 2: Sharia

1. Met wat associeerde jij de term ‘sharia’?

2. Hoe zou jij de term ‘sharia’ uitleggen aan iemand die de betekenis ervan niet kent?

Woordenlijst

Ta’rud al’aql wa annaql:
Spanning tussen verstand en geloof.

Ibn Rush, Averroes:
Moslimfilosoof.

Fasl Almaqaal:
Boek geschreven door Ibn Rush.

Ijtihad:
Volle inspanning doen.

Allahu a’lam:
Allah weet het beter.

Goddelijke wetten:
De wil of leiding van Allah.

Sharia:
Islamitische wetgeving, rituelen, geloofsleer, filosofie.

Tafsir:
Interpretatie van de islam.

Fiqh:
Plichtenleer, islamitische rituelen, islamitisch recht.

Moe’amalaat:
Sociale handelingen.

Secularisme:
Scheiding van kerk en staat.

Hasana:
Goede daad.

Hadieth:
Overleveringen over gebeurtenissen uit het leven van de profeet Mohammed.

Maslaha:
Welzijn.

Nas:
Openbaring.

Hanafia:
De zuivere religie.

Kitab Almastoer:
Openbaring.

Kitab almandoer:
De werkelijkheid.

Ibda’at:
Rituelen.

Bibliografie

M. AVERROES, Het beslissende woord, Kampen, Uitgeverij Klement.
M. FAIRUSABADI, Alqamus Almuhied, Beiroet, Al-Resalah Publishers, 2005
H. HUMBERTO, Islam and Enlightenment, Baltimore, Maryland, The Johns Hopkins University Press 2012, p 223