OMGAAN MET DIVERSITEIT

1.3 WIJ en ZIJ

1.3.1 Vragen

1. Schrijf de personages op uit het verhaal dat we samen in de video gezien hebben. Welke personages zie jij als dicht bij jou? Welke relatie zouden ze met jou kunnen hebben?

2. Naast mensen die dicht bij ons staan, zijn er andere mensen rondom ons die anders zijn dan ons en waar we bang van zijn. Soms behandelen we hen niet al te vriendelijk. Kan je enkele voorbeelden geven?

1.3.2 Rondom ons

De meeste mensen verstaan onder ‘naasten’ gewoonlijk hun bloedverwanten, landgenoten en geloofsgenoten, lokale mensen en vrienden. Het zijn mensen met wie we dezelfde gevoelens, dezelfde ideeën, dezelfde opvattingen delen en in het algemeen ons dagelijks leven. Omdat we een gemeenschappelijke taal hebben, een gemeenschappelijke religie, een gemeenschappelijk (vader)land, hebben we het gevoel dat ze op ons lijken. We communiceren gemakkelijk met hen en beschouwen we hen niet als een bedreiging. We zijn voor hen niet bang.

In tegenstelling hiermee we beschouwen elke persoon die anders is dan wij als ‘de andere’. Het is mogelijk een buitenlander, die onze taal niet spreekt, die niet dezelfde religie, hetzelfde (vader)land en dezelfde cultuur heeft als wij. “Anderen” verschillen van ons in hun ideeën en meningen. Daarom is communiceren met hen moeilijk en vereist het veel inspanning. Vaak hebben we het gevoel dat ze een bedreiging voor ons vormen en we beschouwen ze met argwaan. Zo bewaren we een afstand en zijn we niet in staat om eenheid en harmonieus samenleven met hen op te bouwen.

1.4 Uit het Nieuwe Testamentv

In het Nieuwe Testament geeft Christus ons criteria en een beeld van hoe we kunnen samenleven met alle mensen ongeacht onze verschillen. Hij laat ons zien hoe de liefde voor iedere mens – zelfs de liefde voor de vijand – vrees en onzekerheid kan overwinnen.

1.4.1 De Gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan (Lucas10:25-37)

De Barmhartige Samaritaan
25 Daar trad een wetgeleerde naar voren om Hem op de proef te stellen. Hij zei: ‘Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?’ 26Hij sprak tot hem: ‘Wat staat er geschreven in de Wet? Wat leest ge daar?’ 27Hij gaf ten antwoord: ‘Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart en geheel uw ziel, met al uw krachten en geheel uw verstand; en uw naaste gelijk uzelf.’ 28Jezus zei: ‘Uw antwoord is juist, doe dat en ge zult leven.’ 29Maar omdat hij zijn vraag wilde verantwoorden, sprak hij tot Jezus: ‘En wie is dan mijn naaste?’ 30Nu nam Jezus weer het woord en zei: ‘Eens viel iemand, die op weg was van Jeruzalem naar Jericho, in de handen van rovers. Ze plunderden en mishandelden hem en toen ze aftrokken, lieten ze hem halfdood liggen. 31Bij toeval kwam er juist een priester langs die weg; hij zag hem wel, maar liep in een boog om hem heen. 32Zo deed ook een leviet; hij kwam daarlangs, zag hem, maar liep in een boog om hem heen. 33Toen kwam een Samaritaan die op reis was, bij hem; hij zag hem en kreeg medelijden;34hij trad op hem toe, goot olie en wijn op zijn wonden en verbond ze; daarna tilde hij hem op zijn eigen rijdier, bracht hem naar een herberg en zorgde voor hem. 35De volgende morgen haalde hij twee denariën tevoorschijn, gaf ze aan de waard en zei: Zorg goed voor hem, en wat ge meer mocht besteden, zal ik u bij mijn terugkomst vergoeden. 36Wie van deze drie lijkt u de naaste van de man die in handen van de rovers gevallen is?’ 37Hij antwoordde: ‘Die hem barmhartigheid betoond heeft.’ En Jezus sprak: ‘Ga dan en doet gij evenzo.’

1.4.2 Achtergrondinfo over de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

Gelijkenis: Jezus onderwees gewoonlijk met gelijkenissen of parabels. Ongeveer een derde van zijn leer bestaat uit zulke gelijkenissen. Dit zijn korte verhalen die Hij zelf heeft gemaakt met een onderwerp uit het dagelijkse leven van de Israëlieten. Zo kon Hij op een levendige manier de waarheden van het Koninkrijk van God onthullen door een vergelijking te maken. Jezus onderwees in gelijkenissen omdat dit de gebruikelijke manier van onderwijzen was onder de rabbijnen. Het is een illustratieve manier van onderwijzen die iedereen kan begrijpen. De gelijkenissen nodigen de luisteraar uit om zichzelf ergens in de plot van het verhaal te herkennen, wakker te worden, na te denken en een persoonlijk standpunt in te nemen. Jezus’ gelijkenissen worden terecht omschreven als een “geïllustreerd Evangelie”.
Naaste: In de tijd van Christus beschouwden de Israëlieten ouders, broers, familieleden, vrienden, buren, geloofsgenoten en landgenoten als “naasten”. Het zijn mensen die dicht bij hen stonden. Aan de andere kant werden de vijanden van hun vaderland, vooral de Romeinen, buitenlanders, de aanhangers van verschillende religies en in het bijzonder de Samaritanen, als “anderen” gezien.
Priesters: dit waren de nakomelingen van Aäron, de broer van Mozes. Priesters dienden tijdens de dagelijkse ceremonies in de Tempel van Salomo in Jeruzalem. Hun belangrijkste taak was het brengen van offers en gebeden om de gelovigen te bevrijden van hun zonden en van boze machten. In de tijd van Jezus waren de priesters naar schatting met een paar duizend. Alleen al in Jeruzalem waren er meer dan 1000 priesters en 250 levieten.
Levieten: Dit waren de nakomelingen van Levi en assistenten van de priesters. Het was hun taak om de tempel van Salomo netjes en schoon te houden. Zowel de priesters als de levieten kenden de goddelijke geboden heel goed en zouden verplicht zijn geweest om voor de gewonde Jood te zorgen, die in ieder geval hun landgenoot was.
Samaritanen: leden van een etnisch-religieuze groep bestaande uit Israëlieten die een huwelijk hadden gesloten met Babyloniërs, Syriërs enz. Hun religie had dezelfde wortels als het jodendom, maar week ook af van de joodse traditie. Daarom beschouwden de Israëlieten hen als afgescheurd van hun geloof en niet meer als landgenoten. Hun religieuze centrum was de tempel op de berg Gerizim, die zich boven de stad Sichem bevond. In de tijd van Christus was de kloof tussen hen en de Israëlieten enorm; de twee groepen haatten elkaar diep en daarom vermeden de Israëlieten elke communicatie met hen.
Denarie: (< Latijnse ‘Denarius’ meervoud ‘Denarii’): Een zilveren munt van het Romeinse Rijk, circulerend in de tijd van Christus. Aan de ene kant stond de afbeelding van keizer Tiberius en aan de andere kant de afbeelding van zijn moeder Livia. De twee denariën die de Samaritaan aan de herbergier gaf, waren gelijk aan twee daglonen van een ongeschoolde arbeider.

1.4.3 Historische kaart van het land van Jezus.

1.4.4 Oefeningen

De volgende kunstwerken stellen gebeurtenissen in het verhaal van de barmhartige Samaritaan voor. Bekijk de werken en probeer ze juist te combineren in het verhaal. Kan je de personages uit het verhaal herkennen?

Rembrandt, de Barmhartige Samaritaan

Paula Modersohn-Becker, de Barmhartige Samaritaan

Vincent Van Gogh, de Barmhartige Samaritaan

1.4.5 Een diepere verwerking van de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

Bij een diepere verwerking van de gelijkenis onderzoeken we wat liefde betekent voor de Samaritaan. We onderzoeken overeenkomsten tussen de personages in de gelijkenis en in de video. Tenslotte gaan we naar de diepe kern van de parabel en onderzoeken we de kernvragen hier.

Oefening 1

In de Bijbelse tekst vinden we de volgende woorden die de houding van de Samaritaan naar de gewonde Jood verduidelijken:
kwam – zag – kreeg medelijden - trad op hem toe – verbond de wonden – goot –tilde hem – bracht hem– verzorgde hem – gaf ze – terugkomen – vergoeden
Gebruik zo veel mogelijk van deze woorden om te beschrijven wat naastenliefde betekent voor de Samaritaan.

Oefening 2

Plaats de personages uit de gelijkenis en uit het videoverhaal in een vakje dat volgens jou overeenkomt met hun mening of gedrag.

Persoon in nood

Iemand die als ‘naaste’ wordt gezien.

Iemand die als ‘andere’ wordt gezien, als vreemdeling of vijand.

Gelijkenis van de barmhartige Samaritaan

de Jood

landgenoten, geloofsgenot

mensen van een ander land of uit een andere streek, de Samaritanen

Het videoverhaal

grootvader

verwanten, landgenoten, geloofsgenoten

mensen uit een ander land of uit een andere streek, met een verschillende godsdienst, immigranten, allochtonen, vluchtelingen.

Oefening 3

Jezus Christus beantwoordt met de gelijkenis de oorspronkelijke vraag ‘wie is mijn naaste?’. Maar zijn uiteindelijke antwoord is een open vraag die hij teruggeeft aan zijn luisteraar ‘ wie van deze mensen is het verhaal gedraagt zich als een naaste?’ Wat wil Jezus hiermee bereiken? Wat wil Hij dat we begrijpen in onze relaties met de andere mensen?

1.5 Speurtocht naar de diepere betekenis van de tekst.

Tot nog toe hebben we begrepen dat ….
… ik niet zomaar een voorgeprogrammeerde ‘naaste’ ben, maar dat ik een ‘naaste’ wordt door liefde en solidariteit, door verantwoordelijkheid voor de andere op mij te nemen …

Om het concept van de “vreemdeling” te onderzoeken, moeten we eerst en vooral begrijpen dat het Evangelie een schandaal is. Ik herinner u eraan dat, op een bepaald punt, waar Christus de definitie van “naaste” [...] gaf, hij als de “naaste” de meest ver verwijderde persoon bedoelde - een persoon van een ander ras en een andere religie - [...] Dit wil zeggen dat het Evangelie om de “naaste” en de “vreemdeling” te omschrijven, net niet deelt de opvatting van de antieke samenleving. Deze laatste bepaalde de ‘naaste’ als iemand met gemeenschappelijk bloed [afkomst], met een gemeenschappelijke taal en een gemeenschappelijke religie [...] Deze kenmerken zijn bouwstenen van een natie of een ras. Maar ze zijn niet de criteria van de kerk. Bovendien wanneer we nauwkeurig naar de tekst van het Evangelie kijken, zien we - en ik val in herhaling - dat Christus niet zegt wie de naaste en de vijand “is”, maar wie de naaste en de vijand “wordt”. Beiden “worden”, niet door hun afkomst, maar door hun daden: door solidariteit of net omgekeerd, door het ontkennen van liefde.

Uit Th. N. Papathanassiou, The Rupture with Zero. Shots of political theology, Athens: Armos, 2015, pp. 152 -153

... en dat (naaste)liefde geen grenzen kent.

Jezus’ vraag keert radicaal de vraag van de advocaat - “wie is mijn naaste?” - om. Terwijl de laatste verwijst naar het object van liefde - d.w.z. wie moet worden beschouwd als een naaste - spreekt Jezus over het onderwerp van liefde - d.w.z. wie gedraagt zich als een naaste. De advocaat stelt de vraag vanuit zijn tijd, vanuit een bezorgdheid over de reikwijdte van het concept van de naaste. Hij vraagt dus naar grenzen van de liefde. Jezus toont door zijn gelijkenis dat er geen grenzen zijn aan het concept van de naaste. Er staat geen beperking op het gebod om lief te hebben. Als ieder mens zich een onderwerp van liefde voelt, dan kan hij geen grenzen stellen aan deze liefde. Zijn liefde strekt zich uit tot iedereen, omdat de grenzen van de naaste grenzeloos zijn. Wie alleen zijn vrienden liefheeft, zijn medegelovigen, de zijnen in het algemeen, gedraagt zich als een mens. Maar wie niet door zulke afbakening wordt beperkt, gedraagt zich goddelijk. Hij volgt het model van de God van liefde zoals geopenbaard is in de persoon van Jezus, die de gelijkenis vertelt.

Uit Ioannis D. Karavidopoulos. Biblical Studies, Thessaloniki: Pournaras, 1995, p. 335

1.6 De ander ontmoeten in de Orthodox Christelijke Traditie

Dezelfde richtlijnen die Christus ons gegeven heeft en die onze houding ten opzichte van onze naaste en “de ander” bepalen, vinden we in teksten van de orthodox-christelijke traditie. Deze richtlijnen geven vorm aan een radicaal nieuwe manier van leven met de ‘ander’.
In de volgende teksten verwoorden deze criteria uit de orthodox-christelijke traditie duidelijk Dit zijn:

a) De menselijke natuur en de menselijke noden zijn dezelfde voor ieder daarom is er geen plaats voor discriminatie.
b) Liefde voor God vooronderstelt liefde voor iedere mens.
Oefening 1: begrijpend lezen

Onderscheid in de volgende tekst zinnen die overeenkomen met de bovenstaande criteria. Duid ze aan door ze te onderlijnen of te markeren.

Teksten

Als iemand die moeite heeft om in zijn leven te voorzien bij u aanklopt, weeg de dingen dan niet op een ongelijke manier. Met andere woorden, zeg niet: “Hij is een vriend, hij is van hetzelfde ras, hij heeft mij in het verleden geholpen, terwijl de ander een vreemdeling is, een buitenlander, een persoon die ik niet ken.” Als u ongelijk oordeelt, zult u ook geen genade ontvangen [...] De menselijke natuur is dezelfde; zowel buurman als vreemdeling zijn mens; de noden zijn dezelfde voor beide, en dat geldt ook voor de armoede. Help zowel je broer als de vreemdeling. Keer uw broer niet de rug toe, en maak van de vreemdeling ook een broer. God wil dat je de behoeftigen steunt en geen onderscheid maakt tussen de mensen. Hij wil niet dat je aan iemand van je familie geeft en de vreemdeling verwaarloost; alle mensen behoren tot dezelfde familie, ze zijn allemaal broeders, ze zijn allemaal kinderen van één vader

Uit een tekst van Basilius de Grote, de vierde toespraak over de liefdadigheid

Als we in ons hart een spoor van haat ontdekken tegen wie dan ook die een fout heeft begaan, zijn we volkomen vervreemd van de liefde voor God, aangezien de liefde voor God ons absoluut belet om iemand te haten. Wie Mij liefheeft, zegt de Heer, zal Mijn geboden onderhouden (Johannes 14:13, 23); en “dit is Mijn gebod, dat u elkaar liefhebt” (Johannes 13:12). Dus wie zijn naaste niet liefheeft, houdt zich niet aan het gebod en kan daarom de Heer niet liefhebben. Gezegend is hij die alle mensen gelijkelijk kan liefhebben. Wie God liefheeft, zal beslist ook zijn naaste liefhebben.

Uit een tekst van Maximus de Belijder, vierhonderd hoofdstukken over de liefde 15 – 17, 23

Oefening 2:

Volgens de woorden van Gregorius Nazianze die we in de video hoorden, “hebben alle mensen een goddelijk zegel en in de liefde van Christus worden we allemaal één. Ook behoort alle discriminatie toe aan de oude wereld, degene die wij als christenen achter ons laten. “
Antwoord individueel of werk in kleine groepen: Wat zou jij in je leven veranderen om de “oude wereld” , zoals Gregorius Nazianze het zegt, achter je te laten?

Oefening 3: creatief schrijven

Stel je voor dat de grootvader uit het videoverhaal een bericht stuurt op sociale media aan zijn kleinzoon. Hij is aan het herstellen is in het ziekenhuis. Hij wil met zijn bericht de mensen bedanken die zijn leven hebben gered. Wat denk je dat hij in zijn bericht zou schrijven?

1.8 Aanvullende opdrachten: materiaal om het thema dieper te bespreken

Mijn grootmoeder Rousa

We hadden honger en wilden eten. Meteen, zonder uitstel. We stonden op en waren aan het feesten, we schreeuwden en lachten, toen plotseling mijn grootmoeder weer binnenkwam. We vielen plots stil. Bij de hand hield ze twee bange kinderen. Glimlachend en vriendelijk gebaarde ze ons te gaan zitten. De kinderen huilden en konden geen word uitbrengen. “Schuif eens wat dichterbij. “, zei ze. “Vanavond zijn er nog twee extra vrienden: Ahmet en Fatme. We gaan samen eten en verhalen vertellen. Ahmet en Fatme wonen in Gurculadika. Vandaag zijn ze naar Kozani gekomen. Ze hebben de hele dag niet gegeten.” Isaak en Klio, Griekse vluchtelingen uit Klein-Azië, afstammelingen van de Ioniërs. Fatme en Ahmet uit Portorazi, kinderen van de antichrist. En de rest van ons, lokaal uit Kozani. Allemaal aan dezelfde tafel. We waren stomverbaasd. Onze ogen stonden wijd open. De vluchtelingen, de Turken en wij, we beefden allemaal. We gingen zitten, niet zozeer omdat onze grootmoeder dat zei, maar vooral omdat onze knieën het begaven van het beven. En ondanks onze honger kregen we geen hap binnen. Het was haar gelukt om ons aan dezelfde tafel te laten zitten. De ontwortelden uit hun oude thuislanden, de vijanden van de natie die ons vierhonderd jaar lang had onderdrukt, en wij, de slaven van gisteren en de meesters van vandaag.

Uit M. Papakonstantinou, My grandmother Rousa, Athens: Estia, 1997, pp.38-39

Interview met de Oecumenische Patriarch Bartholomeos

Vraag: Op welke basis kunnen we elkaar beschouwen als broeders en waarom is het belangrijk om onszelf zo te zien voor het welzijn van de mensheid?
Antwoord: De christenen van de allereerste kerk noemden elkaar “broeders”. Dit spiritueel en Christelijk broederschap is dieper dan biologische verwantschap. Voor Christenen zijn broeders echter niet alleen de leden van de kerk, maar alle mensen. Het Woord van God heeft het mens-zijn aangenomen en dat verenigt alles. Omdat alle mensen door God zijn geschapen, zijn ze allemaal opgenomen in het heilsplan. De liefde van de gelovige kent geen grenzen en barrières. In feite omvat het de hele schepping. Het is “de vlam van het hart voor de hele schepping” (Isaac de Syriër). Broederliefde is altijd onvergelijkbaar. Het is geen abstract gevoel van sympathie voor de mensheid, dat meestal de naaste negeert. De dimensie van persoonlijke gemeenschap (communie) en broederschap onderscheidt christelijke liefde van abstract humanisme

Uit de Oecumenische Patriarch Bartholomeos, “Abandon indifference and cynicism”, een interview met commentaar op de pauselijke encycliek Fratelli tutti, 23.10.2020)

woordenlijst

Verduidelijking van theologische terminologie en informatie over de historische personen en plaatsen in het boek.

Klein-Azië:
het schiereiland Anatolië in het huidige Turkije. Het was een kruispunt van culturen en een ontmoetingspunt van migrerende stammen en volkeren die van Oost naar West trokken en omgekeerd. Het Hellenisme bloeide daar van ongeveer 1200 v Chr. tot 1922 met de verdrijving van Griekse christenen

Basil de Grote:
een van de grote Vaders van de Christelijke kerk en een van de drie hiërarchen. Hij werd geboren in 330 in Caesarea, Cappadocië in Klein-Azië. Hij studeerde retoriek, filosofie, astronomie, meetkunde, geneeskunde en natuurkunde in Athene. Hij leefde vijf jaar als asceet in de woestijn van de Pontus, totdat hij bisschop van Caesarea werd. Als bisschop richtte hij een aantal instellingen op voor de zorg voor armen en zieken. Gedurende zijn korte leven heeft hij gestreden voor de eenheid van de Christelijke kerk. Zijn werken zijn onderverdeeld in dogmatische, anti-ketterse, ascetische, praktische preken en brieven. Hij stierf op 1 januari 379 op 49-jarige leeftijd en werd met grote eer begraven. Zijn nagedachtenis wordt op 1 januari gevierd door de Orthodoxe Kerk en op 2 januari door Katholieken.

Bloedbroeder:
iemand die een broeder-vriend wordt door een ritueel van verbroedering. Op deze manier worden individuen of groepen personen die geen bloedverwantschap hebben, ritueel verenigd in familie verbanden en beloven ze wederzijdse liefde en bescherming. Dit gebruik was tamelijk wijdverbreid in het oostelijke Middellandse Zeegebied.

Diabetes:
een chronische ziekte die wordt gekenmerkt door een constant hoge bloedsuikerspiegel

Oecumenisch patriarch:
In de orthodoxe kerk wordt de patriarch van Constantinopel de oecumenisch patriarch genoemd. De titel Oecumenisch (“Universalis”) werd vroeger ook toegeschreven aan de paus van Rome, maar werd al snel de exclusieve titel van de aartsbisschop en patriarch van Constantinopel, de hoofdstad van de Oost-Romeinse staat (Byzantijnse rijk). De oecumenische patriarch is de eerste onder gelijken (“primus inter pares”) van alle bisschoppen van de orthodoxe kerk en zit de bisschoppensynode voor.

Gregorius Nazianze:
ook wel bekend als Gregorius de Theoloog. Hij wordt beschouwd als een belangrijk persoon van de kerk en een van de drie hiërarchen. Hij werd in 329 geboren in Arianzus, nabij Nazianzus in Cappadocië. Hij werd tot bisschop gewijd en tot oecumenisch patriarch uitgeroepen. Zijn rijke literaire werk is onderverdeeld in preken, brieven en gedichten. Hij stierf op 25 januari 390, op 61-jarige leeftijd. Zijn nagedachtenis in Oost en West wordt gevierd op 25 januari.

Herberg:
Een soort hotel in vroegere tijden; een plaats die tegen betaling accommodatie en voedsel aanbood voor reizigers en hun dieren.

Ioniërs:
De Ioniërs waren een van de vier oude Griekse stammen en vestigden zich voornamelijk in Attica, de Egeïsche eilanden en Klein-Azië, in de regio genaamd Ionië. Volgens de mythologie waren de Ioniërs en de rest van de Griekse stammen afstammelingen van Deucalion en Pyrra wiens zoon, Hellen, beschouwd werd als de stamvader van de Griekse (Helleense) stammen. Van de naam Ionia noemden de Turken de Grieken “Yunan” en Griekenland “Yunanistan”, aangezien de Ioniërs de eerste stam waren die ze ontmoetten toen ze naar het gebied kwamen.

Jericho:
een stad in Judea, 27 km ten noordoosten van Jeruzalem. De weg van Jericho naar Jeruzalem liep op veel plaatsen door woestijn met verschillende afgronden en steile kliffen. Rovers zochten vaak hun toevlucht op zulke plaatsen en gebruikten ze als hun bolwerken. Pelgrims die van Galilea naar Jeruzalem reisden om Pesach te vieren, maakten vaak een laatste stop in Jericho.

Kozani:
werd geboren in Constantinopel in 580 en ontving een opmerkelijke filosofische en theologische opleiding. Hij was een hooggeplaatste regeringsleider en werd later monnik. Als monnik was hij een centrale figuur in het verzet tegen de ketterijen van zijn tijd. Hij werd verbannen en gemarteld vanwege zijn opvattingen, maar toch belijdde hij (bleef hij trouw aan) de orthodoxie. Hij stierf in 662. De kerk herdenkt hem op 21 januari

Maximus de Belijder:
The term literally means the last expression of a person’s will, but in the Bible it is used to describe a Hebrew word meaning “treaty”, “alliance” or “agreement”. However, in addition to the meaning it can have for human relationships, the term is used specifically to denote the particular agreement that governs God’s relationship (Gen. 9:8; Ex. 15:18; 17:1) with the people of Israel (Ex. 19-24) and aims to create the conditions for the salvation of all mankind. The responsibility for initiating the agreement lies with God, who determines its content and terms. But this does not abolish the freedom of man, who is free to accept or reject the agreement, which provides for rights and obligations for both God (faithfulness to promises, love and protection for his people) and man (faith in the One and Only God, and social justice). Thus the covenant does not define a God-master and man-slave relationship, but a father-son relationship (Ex. 4:22).

Olijfolie:
dit bekende product van het persen van olijven was het hoofdvoedsel van de volkeren van de oostelijke Middellandse Zee. Tegelijkertijd vergemakkelijkt het, dankzij de heilzame ingrediënten, een snellere genezing van wonden, waardoor ze zacht en vochtig blijven en pijn wordt voorkomen. Hippocrates, de Griekse arts uit de 4e eeuw v. Chr., beveelt in zijn werk “over zweren” aan “gaas in tweeën gevouwen en bevochtigd met wijn, met daaroverheen schone wol gedrenkt in olijfolie” voor de behandeling van wonden.

Wijn:
een product dat in de tijd van Christus dagelijks werd gebruikt door de volkeren van de Middellandse Zee en het Midden-Oosten. Naast consumptie om van te genieten, werd het vanwege zijn alcoholgehalte ook gebruikt voor sterilisatie en zuivering.

Bibliografie

In deze lijst zijn ook de referenties opgenomen die gebruikt werden bij de voorbereiding van dit project. Referenties naar kunst en muziek zijn een meerwaarde die de leerlingen kunnen stimuleren tot een actieve lesdeelname.
Books
The Holy Bible, Old and New Testament, translated from the original texts, Athens: Hellenic Bible Society, 1997 [Η Αγία Γραφή, Παλαιά και Καινή Διαθήκη, Μετάφραση από τα πρωτότυπα κείμενα, Αθήνα: Ελληνική Βιβλική Εταιρία, 1997]
S. Agourides, History of the religion of Israel, Athens: Ellinika Grammata, 1995 [Σ. Αγουρίδης, Ιστορία της Θρησκείας του Ισραήλ, Αθήνα: Ελληνικά Γράμματα, 1995]
Anastassios (Yiannoulatos) Archbishop of Tirana, Co-existance, Athens: Armos, 2016 [Αρχιεπισκόπου Τιράνων Αναστασίου (Γιαννουλάτου), Συνύπαρξη, Αθήνα: Αρμός, 2016]
J. Daniélou, Essai sur le mystère de l’histoire, Paris: Les Éditions du Cerf, 1982 [J. Daniélou, Δοκίμιο για το Μυστήριο της Ιστορίας, μτφρ. Ξ. Κομνηνός, Βόλος: Εκδοτική Δημητριάδος, 2014]
R. Debray, God. An itinerary (trns J. Mehlman), London & New York: Verso, 2004 [Ρ. Ντεμπρέ, Ο Θεός: Μια ιστορική διαδρομή, μτφρ. Μ. Παραδέλη, Αθήνα: Κέδρος, 2005]
Ar. Emmanouil, Dictionary of Hebrew terms and names, Athens: Gavrielides, 2016 [Άρ. Εμμανουήλ, Γλωσσάρι Εβραϊκών όρων και ονομάτων, Αθήνα: Γαβριηλίδης, 2016]
R. Girard, La violence et le sacré, Editions Grasset, 1972 [Ρ. Ζιράρ, Βία και θρησκεία: Αιτία ή αποτέλεσμα; μτφρ. Α. Καλατζής, Εκδ. Νήσος, Αθήνα, 2017]
Ol. Grizopoulou – P. Kazlari, Old Testament, The prehistory of Christianity, Class A Religious Education (Teacher’s book), Athens: The Greek Organization for Publication of School Books (Ο.Ε.D.V.), not dated. [Ολ. Γριζοπούλου - Π. Καζλάρη, Παλαιά Διαθήκη, Η προϊστορία του Χριστιανισμού, Θρησκευτικά Α’ Γυμνασίου, Βιβλίο Εκπαιδευτικού, Αθήνα: Ο.Ε.Δ.Β., χ.χ.]
A. Kokkos et al., Education through the Arts, Athens: Metechmio, 2011 [Α. Κόκκος κ.ά., Εκπαίδευση μέσα από τις Τέχνες, Αθήνα: Μεταίχμιο, 2011]
M. Konstantinou, The Old Testament, Deciphering the universal human heritage, Athens: Armos, 2008. [Μ. Κωνσταντίνου, Παλαιά Διαθήκη, Αποκρυπτογραφώντας την πανανθρώπινη κληρονομιά, Αθήνα: Αρμός, 2008]
Th. N. Papathanassiou, “Anthropology, Culture, Praxis” in S. Fotiou (ed.), Terrorism and Culture, Athens: Armos, 2013 [Θ. Ν. Παπαθανασίου, «Ανθρωπολογία, πολιτισμός, πράξη», στο Σ. Φωτίου (επ.), Τρομοκρατία και Πολιτισμός, Αθήνα: Αρμός, 2013]
Th. N. Papathanassiou (ed.), Violence, religions and culture, Synaxis 98 (2006) [Θ. Ν. Παπαθανασίου (επ.), Η βία, οι θρησκείες και η πολιτισμικότητα, Σύναξη 98 (2006)]
W. Zimmerli, Grundriss der alttestamentlichen Theologie, Dritte, neu durchgesehene Auflage, W. Kohlhammer, 1978 [W. Zimmerli, Επίτομη Θεολογία της Π. Διαθήκης, μτφρ. Β. Στογιάννου, Αθήνα: Άρτος Ζωής, 1981]
L. Zoja, La morte del prossimo, Torino: G. Einaudi, 2009 (Greek translation Μ. Meletiades, Athens: Itamos, 2011) [L. Zoja, Ο θάνατος του πλησίον, μτφρ. Μ. Μελετιάδης, Αθήνα: Ίταμος, 2011]
Dictionary of Modern Greek Language (https://bit.ly/305zcoE)
Kunst en kortfilms
Moses and the Hebrews crossing the Red Sea, pursued by Pharoah: Dura-Europos synagogue,
303 B.C., https://www.flickr.com/photos/24364447@N05/16425564146
Mark Chagall, The Crossing of the Red Sea, https://richardmcbee.com/writings/contemporaryjewish- art/item/chagall-and-the-cross
Ivanka Demchuk, Crossing the Red Sea, https://www.etsy.com/listing/563765092/crossing-thered- sea-original-print-on?ref=landingpage_similar_listing_top-2&pro=1&frs=1
Bartolo di Fredi, The Crossing of the Red Sea, Collegiate Church of San Gemignano, Italy, Fresco, 1356, https://www.christianiconography.info/Wikimedia%20Commons/redSeaBartolo.html
E. Marnay, E. Gold & P. Boone, «Exodus», (song), sung by Edith Piaf, https://safeyoutube.net/ w/45HE
James Pinkerton, Crossing the Red Sea, 2019, https://fineartamerica.com/featured/crossing-thered- sea-james-pinkerton.html
Raphael Posterazzi, Moses Crossing The Red Sea (1483-1520), St. Peter’s Basilica, Vatican City, https://remnantculture.com/wp-content/uploads/pillaroffire.jpg
Maria Yannakaki, Passage [Μαρία Γιαννακάκη, Πέρασμα] 2016, https://www.lifo.gr/guide/ arts/3614

-->