GEWELDDADIGE TEKSTEN

2.1 Introductie

Het beeldfragment toont David en Sarah die een spel aan het spelen zijn. Ze beginnen net aan een nieuw hoofdstuk. Dit hoofdstuk van het spel iChrist gaat over Jezus die naar de tempel gaat en daar verkopers en geldwisselaars ziet. De spelers moeten met een zweep het tempelplein leegmaken. Na afloop van dit hoofdstuk bespreken David en Sarah dit level. David geeft aan dat hij dit een gewelddadig hoofdstuk vindt en het helemaal niet fijn vindt. Vervolgens verschijnt er een melding dat Ahmed lid wil worden van de groep van David en Sarah voor dit spel. Sarah zegt dat Ahmed niet welkom is in de groep, omdat hij een Moslim is en die net als dat de verkopers niet op het tempelplein hoorde geen Christelijk spel hoort te spelen. Samen met de vader van Sarah gaan de twee tieners op zoek naar wat dit verhaal echt kan betekenen.

2.2 Jezus en de reiniging van het tempelplein

De Bijbel is een belangrijk boek voor christenen. Het is geen boek met één verhaal, zoals Narnia dat is. Ook is het geen boek vol gedichten, zoals de werken van Shakespeare dat zijn. Daarnaast is het geen boek dat alleen maar feitjes bevat. Nee, het is een boek dat bestaat uit veel verschillende soorten teksten: verhalen over Jezus, brieven van Paulus vol met instructies, poëtische teksten in de Psalmen en de voor ons soms rare teksten als Openbaringen. Door deze variatie roepen Bijbelteksten ook veel vragen op over wat ze met vandaag de dag te maken hebben.

Deze les gaat over een verhaal van Jezus dat nog steeds veel vragen oproept over hoe te leven. Dit verhaal staat in het Evangelie van Johannes (2:13-17). Het vertelt hoe Jezus met zijn leerlingen naar de Tempel in Jeruzalem gaat. Op het tempelplein ziet hij verkopers en geldwisselaars aan het werk. Hij jaagt ze met een zweep weg van het tempelplein. Vervolgens gaat hij in gesprek met de leiders van de Joden die op het tempelplein zijn.

Opdracht 1

Lees hieronder het verhaal van Jezus op het tempelplein. Misschien ken je dit verhaal al. Schrijf dan hieronder op wat jij denkt dat het betekent.

John 2:13–21.

Kort voor Pesach, het Joodse paasfeest, reisde Jezus naar Jeruzalem. Daar trof hij op het tempelplein de handelaars in runderen, schapen en duiven aan, en de geldwisselaars die daar altijd zaten. Hij maakte een zweep van touw en joeg ze allemaal de tempel uit, met hun schapen en runderen. Hij smeet het geld van de wisselaars op de grond, gooide hun tafels omver en riep tegen de duivenverkopers: ‘Weg ermee! Jullie maken een markt van het huis van mijn Vader!’ Zijn leerlingen dachten aan wat er geschreven staat: ‘De hartstocht voor uw huis zal mij verteren.’ Maar de Joden vroegen: ‘Met welk teken kunt u bewijzen dat u dit mag doen?’ Jezus antwoordde hun: ‘Breek deze tempel maar af, en ik zal hem in drie dagen weer opbouwen.’ ‘Zesenveertig jaar heeft de bouw van deze tempel geduurd,’ zeiden de Joden, ‘en u wilt hem in drie dagen weer opbouwen?’ Maar hij sprak over de tempel van zijn lichaam.

2.3 De wereld van de Bijbel

Jezus leefde 2000 jaar geleden in een tijd waarin het leven er heel anders uit zag dan het leven in deze tijd. Je kan je waarschijnlijk goed voorstellen dat zonder internet mensen anders met elkaar omgingen. Er zijn nog veel meer dingen die onze werelden totaal verschillend maken. We zouden ook kunnen zeggen dat ze helemaal niet op elkaar lijken. Weten hoe de leefwereld van Jezus er uit zag is belangrijk om een Bijbeltekst echt te begrijpen. Pas daarna kan duidelijk worden wat zo’n oude tekst voor ons vandaag nog kan betekenen. We noemen de wereld van de Bijbel de context . De opdrachten en teksten die nu volgen leren je meer over de wereld van Jezus.

Opdracht 2

Probeer je voor te stellen dat er op school een tijdmachine staat. Jij hebt geluk en mag een keer naar de tijd van Jezus reizen. Wat zou je willen leren over de tijd waarin Jezus leefde?

2.3.1 Jeruzalem en de tempel

Jezus werd ongeveer rond het begin van onze jaartelling geboren in Bethlehem en leefde in het ‘het gebied dat de Romeinen ‘Palestina’ noemden (een regio in het Midden-Oosten). Een plek waar Jezus een aantal keer kwam in zijn leven was Jeruzalem. Jeruzalem .
In het Oude testament staat beschreven dat David, de tweede koning van het volk Israël, Jeruzalem tot hoofdstad maakte. Jeruzalem is sindsdien een belangrijke plek in het religieus leven van de inwoners van het gebied gebleven. De zoon van David, Salomo, bouwde in Jeruzalem een tempel voor de God van Israël. Een tempel is een plek waar mensen goden aanbidden. Deze tempel was het middelpunt van het religieuze leven van het volk.
De Bijbelboeken Jeremia, Ezechiël en 2 Koningen beschrijven dat de tempel werd verwoest door de Babyloniërs. Dit gebeurde omdat het volk niet trouw was gebleven aan God en ook andere goden ging aanbidden. Deze gebeurtenis wordt gedateerd op 586 v.Chr. Het volk werd voor een deel in ballingschap . gevoerd. Ballingschap betekent dat een groot deel van het volk werd verplicht om op een andere plaats, ver weg van de plaats waar ze waren opgegroeid, te gaan wonen. Uiteindelijk eindigde de periode van Ballingschap toen de latere overheerser, de Perzen, de ballingen toestond terug te keren en een nieuwe tempel te bouwen.

De bouw van deze tweede tempe staat beschreven in de boeken Ezra en Nehemia. Deze tempel was minder groots en indrukwekkend dan de eerste tempel. Rond het jaar 19 v.Chr. werd door Herodes de Grote een grote verbouwing van de tempel gestart. Deze verbouwing moest de tempel weer in zijn oude glorie herstellen. De nieuwe tempel werd zo indrukwekkend dat zelfs de Romeinen het als een bijzonder bouwwerk beschouwden. De periode na de bouw van de tweede tempel wordt het “tweede tempel Jodendom” genoemd. Dit is de periode waarin Jezus in Jeruzalem en omstreken rondtrok.
De tempel bestond uit verschillende pleinen en gebouwen. Zoals je kunt zien in figuur 2.3 was het hoofdgebouw van de tempel omgeven door een grote binnenplaats. Op dit plein, de Voorhof van de Heidenen, waren ook niet-joden welkom. In het belangrijkste tempelcomplex bevonden zich het Voorhof van de vrouwen en de Voorhof van de Priesters waar de toegang beperkt was tot respectievelijk Joden en Priesters. Op het Voorhof van de Priesters werden de dieren voor de offers geslacht en geofferd. Het Heilige was de plaats waar de priesters al hun tempelwerk deden

Afbeelding 2.3 Foto van een replica van de Tempel van Herodes in het Holyland Model of Jerusalem. Bron: Wikimedia Commons

Opdracht 3

Vul de juist term in op de lijntjes. Maak gebruik van de bovenstaande tekst om de goede antwoorden te vinden.

Een plek van aanbidding en offers

De tempel ten tijde van Jezus' leven

De tempel die werd gebouwd ten tijde van Ezra en Nehemia

Gedwongen in een ander land wonen, omdat je in je eigen land niet mag wonen.

Naam van het gebied waar Jezus opgroeide.

Hoofdstad van Palestina.

Rijk dat de tempel verwoestte in 586 v.Chr.

Het plein rondom de tempel waar niet-joden welkom waren

2.4 De wereld van het verhaal

De Bijbel bevat meerdere verhalen over Jezus. Sommige zijn eenvoudig en andere lastiger te begrijpen. Het verhaal van Jezus die het tempelplein reinigt is zo’n moeilijk verhaal om te begrijpen. Dit verhaal komt in alle vier de evangeliën voor. De les zoomt in op gaan naar het verhaal zoals Johannes het heeft beschreven.

Wist je dat de evangeliën Marcus, Mattheüs en Lukas erg op elkaar lijken qua volgorde en inhoud. Zij worden om deze gelijkenis ook wel de synoptische evangeliën genoemd. Synoptisch komt van het Griekse ‘synopticus’ wat ‘samen gezien’ betekent. Het evangelie van Johannes ziet er heel anders uit en bevat verschillende verhalen die je in de andere drie evangeliën niet vindt.

Johannes vertelt het verhaal van Jezus die het tempelplein reinigt aan het begin van zijn publieke leven. De drie andere evangeliën daarentegen vertellen dit verhaal pas aan het einde van Jezus zijn leven, vlak voor dat hij zijn laatste dagen in gaat. In dit verhaal reist Jezus naar de stad Jeruzalem en bezoekt daar de tempel. Als Jezus in de tempel komt, ziet hij dat er in de tempel dieren voor de offers worden verkocht en er geld wordt gewisseld.

Als je een Bijbeltekst leest kun je de vraag stellen: wat valt me op aan de tekst? Het eerste dat opvalt is dat de tekst die behandelt wordt een verhaal is. Andere soorten teksten die je in de Bijbel tegen kan komen zijn poëtische teksten en brieven. Ook valt op dat we een verhaal hebben waarin Jezus zelf iets doet en daarop een reactie geeft. Dit is opvallend want in de meeste verhalen zijn het andere die dingen doen waarop Jezus reageert.

Kort voor Pesach, het Joodse paasfeest, reisde Jezus naar Jeruzalem. Daar trof hij op het tempelplein de handelaars in runderen, schapen en duiven aan, en de geldwisselaars die daar altijd zaten.



Geldwisselaars wisselden het geld van reizigers naar geschikte munten zodat ze de tempelbelasting konden betalen.

De plek waar dit verhaal zich afspeelt is hoogstwaarschijnlijk in het Voorhof van de heidenen. Dit was een groot plein waar ook niet-joden welkom waren. De markt bevond zich waarschijnlijk in een hoek van dit plein.



Opdracht 4

Jezus reisde aan het begin van het verhaal naar Jeruzalem. Waarom ging Jezus naar Jeruzalem volgens de tekst?

A. Om een vriend te bezoeken

B. Om te prediken in Jeruzalem

C. Om Pesach te vieren

D. Om runderen, schapen en duiven te kopen

Als je een Bijbeltekst leest is het goed om te kijken wat voor of na deze tekst staat. In het verhaal dat in het Johannesevangelie aan de reiniging van de tempel voorafgaat, veranderde Jezus op een bruiloft water in wijn. Deze bruiloft vond plaats in Cana , een plaats in het gebied Galilea waar Jezus opgroeide. Na de bruiloft ging Jezus naar Kafarnaüm en vertrok enkele dagen later het Pesachfeest er aan kwam naar Jeruzalem. Daar aangekomen ging Jezus dus naar de tempel toe en trof daar handelaren en geldwisselaars aan.



Hij maakte een zweep van touw en joeg ze allemaal de tempel uit, met hun schapen en runderen. Hij smeet het geld van de wisselaars op de grond, gooide hun tafels omver en riep tegen de duivenverkopers: ‘Weg ermee! Jullie maken een markt van het huis van mijn Vader!’ Zijn leerlingen dachten aan wat er geschreven staat: ‘De hartstocht voor uw huis zal mij verteren.’



Opdracht 5

Hoe reageerde Jezus op wat hij in de tempel zag? How zou je zijn reactie omschrijven? Wat vind jij van deze reactie?

In de Bijbeltekst staat niet dat Jezus boos werd. Toch wordt Jezus vaak als boos beschreven wanneer er over dit verhaal wordt gesproken. Hoewel dit er dus niet staat kan de tekst wel zo worden geïnterpreteerd. Er is namelijk een reden voor Jezus om boos te worden, namelijk de aanwezigheid van handelaren en geldwisselaars in de tempel. Het is belangrijk om te kijken wat er in de Bijbel staat. Soms lezen we een tekst en zien we dingen die er eigenlijk niet in staan. Er zijn ook andere manieren om Jezus’ handelen te beschrijven. Jezus zou ook kunnen worden omschreven als verdrietig om de situatie op het tempelplein. Het lezen van een Bijbeltekst om te begrijpen wat er staat heet interpretatie .



Opdracht 6

Welke andere beschrijving dan boos of verdrietig van de reactie kun je bekenken?

Jezus maakt een zweep om handelaren en de geldwisselaars de tempel uit te jagen. Je zou je Jezus dan voor kunnen stellen als iemand die wild rond zich heen slaat met een zweep. Als je dit leest kun je schrikken van wat Jezus doet. In de huidige wereld is het niet voor te stellen dat iemand dit in een tempel zou doen.

In de Bijbeltekst staat dat Jezus de tafels van de geldwisselaars omverwerpt. Jezus heeft ook een zweep in handen. Toch staat er niet hoe Jezus precies de handelaren van het tempelen verdrijft. Het is op eerste oogpunt dus onduidelijk of Jezus fysiek geweld gebruikte tegen mensen en dieren.

Als je dit verhaal vergelijkt met hetzelfde verhaal in de drie andere evangeliën dan valt op dat ze niet over een zweep spreken. Deze vertellingen komen daarom minder gewelddadig over dan Johannes’ vertelling.



Opdracht 7

Jezus, noemt de tempel het huis van zijn Vader. Naar wie verwijst Jezus? Waarom zou hij dit doen?

De leerlingen van Jezus herinneren zich een tekst uit het Oude Testament. Deze tekst komt uit Psalm 69 vers 10. In deze psalm spreekt een persoon die vanwege het volgen van God in een periode van lijden terecht is gekomen. Hij somt de moeilijkheden die hij doormaakt op en roept tot God om zijn vijanden te straffen. Deze psalm is na Psalm 110 de meest geciteerde psalm in het Nieuwe Testament.

De leerlingen reageren met een Bijbeltekst die iets over Jezus zijn handelen zegt. De leerlingen willen begrijpen waarom Jezus de tempelplein leeg maakte.

Maar de Joden vroegen: ‘Met welk teken kunt u bewijzen dat u dit mag doen?’ Jezus antwoordde hun: ‘Breek deze tempel maar af, en ik zal hem in drie dagen weer opbouwen.’ ‘Zesenveertig jaar heeft de bouw van deze tempel geduurd,’ zeiden de Joden, ‘en u wilt hem in drie dagen weer opbouwen?’



Nadat Jezus de handelaren en geldwisselaars van het tempelplein stuurde, gingen de leiders van Joden naar Jezus toe. Aan Jezus werd de vraag gesteld welke teken bewijst dat hij dit mocht doen. Met het verlangen van een teken willen de leiders weten wat de autoriteit is waarmee Jezus handelde. Jezus moest aantonen dat hij een goede reden had en toestemming had om de handelaren en geldwisselaars uit de tempel te jagen. Jezus reageerde op deze vraag door een uitspraak te doen over de tempel. Hij beweerde dat hij de tempel in drie dagen kan herbouwen als ze die zouden afbreken. Dit is een opvallende reactie, omdat het onmogelijk is dat de aanhoorders de tempel zouden afbreken, zodat Jezus zijn autoriteit kan aantonen.

In het evangelie van Johannes verwijst ‘de Joden’ meestal naar de leiders van de Joden. Dat zijn in dit geval de leiders van de Tempel.

In de tijd dat Jezus leefde waren er veel mensen die een andere en hernieuwde tempel verwachtten. Toch, zullen zelfs de woorden van Jezus over het afbreken van de tempel beledigend en godslasterlijk voor hen zijn geweest. De verbouwing van de Tempel begonnen door Herodes de Grote was tijdens het leven van Jezus nog steeds aan de gang. De bouw begon in 19 v.Chr. en was pas in 64 n.Chr. klaar.


Opdracht 8

Denk na over wat de reactie van Jezus doet met je. Schrijf een aantal woorden op die bij je opkomen. Wat zeggen deze woorden over het verhaal kijkt?

Het bekende gedeelte van dit verhaal hebben we net behandeld. Jezus heeft het aan het einde van dit gedeelte over het afbreken en heropbouwen van de tempel. Wat heeft dit eigenlijk met het wegsturen van de handelaren en geldwisselaars te maken? Om dit te beantwoorden moet je verder lezen in de Bijbel. Later zou alles namelijk duidelijk worden voor de leerlingen.

Maar hij sprak over de tempel van zijn lichaam. Na zijn opstanding uit de dood herinnerden zijn leerlingen zich dat hij dit gezegd had, en zij geloofden de Schrift en alles wat Jezus gezegd had.



Johannes vertelt in de tekst wat Jezus bedoelde met het afbreken en het weer opbouwen van de Tempel. Jezus verwees volgens Johannes met tempel naar zijn eigen lichaam. De tempel in Jeruzalem was een belangrijke plek waar God aanwezig was. Jezus wordt weergeven als een persoon die de tempel verstoorde. Een mogelijke interpretatie is dat hij dit deed om aandacht op de toekomst te vestigen. Johannes liet door de hele scene en de vragen zien dat hij Jezus zag als de nieuwe ware tempel die de oude tempel vervangt. Dit betekent dat de aanwezigheid van God van de oorspronkelijke tempel naar Jezus is verplaatst. Jezus werd een nieuwe weg om dichter bij God te komen, zonder dat rituelen uit de oude tempel nodig zouden zijn. In zijn reactie op de leiders sprak Jezus over zijn eigen dood, omdat Jezus daardoorheen liet zien wie hij echt is. De leerlingen van Jezus begrepen dit uiteindelijk toen Jezus stierf aan het kruis en met Pasen weer opstond.



Opdracht 9

Waarom zou Jezus willen dat het tempelplein geen markt is?



Opdracht 10

Wat zou je aan Jezus willen vragen over dit verhaal?

Afbeelding 2.4. Depiction of Jesus Cleansing the Temple as Stained Glass in the St. Janskerk in Gouda, Netherlands. Bron: Wikimedia Commons

Click on the finish button to complete the course!

2.4 Woordenlijst

In deze woordenlijst vindt u meer informatie en duiding bij bepaalde begrippen.

Ballingschap
Ballingschap betekent dat een groot deel van het volk werd verplicht om op een andere plaats, ver weg van de plaats waar ze waren opgegroeid, te gaan wonen. In de Joodse traditie, dit begrip verwijst naar een periode dat een deel van de Joodse mensen in Babylonië woonden (traditioneel gedateerd van 587 tot 538 v.C.)

Galilea
Galilea was in de tijd van Jezus een joodse regio in het toenmalige Palestina. Dit gebied was iets kleiner dan België vandaag. Jezus verbleef het grootste deel van zijn leven in de regio Galilea.

Heilig
Heilig is een begrip dat de zuiverheid en de aparte status van God en alles wat bij het goddelijke hoort aanduidt. Heilig was een belangrijk begrip in het jodendom. Het belangrijkste onderdeel van de tempel werd ‘Het Heilige genoemd’.

Herodes de Grote
Herodes de Grote was een vazalkoning die onder de Romeinen regeerde van het gebeid Judea van 37 voor Christus tot 4 voor Christus. Herodes de Grote was niet geliefd door het volk. Door in 19 voor Christus een verbouwing van de tempel te beginnen hoopte hij het volk voor zich te winnen en een nalatenschap achter te laten.

Interpretatie
Interpretatie is de handeling en het proces van het uitleggen van de betekenis van iets. Als je de Bijbel leest, dan vindt interpretatie plaat als je probeert de tekst te begrijpen.

Jeruzalem
In de tijd van Jezus was Jeruzalem de hoofdstad van Palestina. Jeruzalem had niet alleen een tempel, maar ook synagogen: hier kwamen de joden naartoe om te bidden. Ook vandaag is Jeruzalem nog steeds een belangrijke stad voor joden over heel de wereld.
Jeruzalem is ook een belangrijke stad voor christenen. In Jeruzalem werd Jezus veroordeeld, gekruisigd en begraven. Christenen geloven ook dat hij hier is verrezen. De apostelen begonnen de verhalen van Jezus te vertellen in Jeruzalem

Kafarnaüm
Kafarnaüm was in de oudheid een klein dorp in Galilea. Galilea was een joodse regio in het toenmalige Palestina (regio in het Midden-Oosten). Volgens het Nieuwe Testament woonde Jezus in Kafarnaüm.

Midden-Oosten
Het leven van Jezus heeft zich afgespeeld in de regio van het Midden-Oosten. Daarom vindt het christendom zijn oorsprong in dit gebied. Met de term ‘Midden-Oosten’ bedoelt men de landen in Zuidwest-Azië en enkele delen van Noord-Afrika, zoals bijvoorbeeld Iran, Irak, Syrië, Egypte, enzovoort.

Palestina
Palestina was in de tijd van Jezus een regio in het Midden-Oosten. Nadat Herodes de Grote vazalkoning werd van dit gebeid werd het uitgebreid. Daardoor leefde Jezus in Judea, want Bethlehem, Nazareth en Galilea lagen allemaal in Judea.

Pesach
Pesach is een joodsfeest waarmee het einde van de slavernij in en uittocht uit Egypte wordt herdacht. Het is dus een feest dat de bevrijding van het joodse volk uit slavernij herdenkt. Het wordt op de 14e dag van de eerste maand van het Joodse kalender gevierd en duurt zeven of acht dagen.

Tempel van Jeruzalem
Toen Jezus leefde vormde de tempel van Jeruzalem het hart van het jodendom: alle vrome joden kwamen hier bidden en offeren. Enkel joden mochten de tempel betreden. Ook Jezus kwam hier regelmatig. De tempel was vroeger het belangrijkste gebouw van Jeruzalem. Jeruzalem was de hoofdstad/het centrum van Palestina.
In 70 na Christus verwoestten de Romeinen deze tempel. Van de tempel bleef er slechts één muur over: de westelijke. Deze muur/plaats is nu gekend als de Klaagmuur. Jeruzalem is niet alleen een belangrijke stad voor joden en christenen, maar ook voor moslims. Volgens hun traditie is de profeet Mohammed in Jeruzalem ten hemel opgevaren.

Tweede tempel
De tweede tempel is de naam voor de Tempel van Jeruzalem die werd gebouwd aan het einde van de Ballingschap. Deze werd van 19 voor Christus tot ongeveer 64 na Christus continu verbouwd.

Bibliografie

De wereld van de Bijbel
Caldecott, W. Shaw and James Orr. 1915. ‘Temple’. In The International Standard Bible Encyclopaedia ed. By James Orr et al., 2937-39. Chicago: The Howard-Severance Company.
Christipedia. 2017. “Herodes de Grote.” Last modified September 27, 2017, 21:44. https:// christipedia.miraheze.org/w/index.php?title=Herodes_de_Grote&oldid=10289.
Christipedia. 2018. “Tempel.” Last modified August 2018, 18, 06:55. https://christipedia.miraheze. org/w/index.php?title=Tempel&oldid=15793.
Christipedia. 2020. “Tempel van Herodes.” Last modified February 20, 2020, 07:04. https:// christipedia.miraheze.org/w/index.php?title=Tempel_van_Herodes&oldid=22404.
Dosker, Henry E. 1915. ‘Herod’. In The International Standard Bible Encyclopaedia, ed.by James Orr et al., Chicago: The Howard-Severance Company. 1379-80.
Earle, Ralph.1966. “The Gospel according to St. Matthew,” in Matthew-Acts, vol. 4, The Wesleyan Bible Commentary. Grand Rapids, MI: William B. Eerdmans Publishing Company. 35, 40, 52.
Hauser, Alan J. and Earl Kellett. 2016. ‘Herod’s Temple’. In The Lexham Bible Dictionary, ed. by John D. Barry et al. Bellingham, WA: Lexham Press.
Masterman, E. W. G. 1915. ‘Judaea’. In The International Standard Bible Encyclopaedia ed. James Orr et al., Chicago: The Howard-Severance Company. 1757
Shepherd, C.E. 2016. ‘Jerusalem’. In The Lexham Bible Dictionary, ed. by John D. Barry et al. Bellingham, WA: Lexham Press.
Warrior, Marten. 2016. “Exile, Babylonian.’ In The Lexham Bible Dictionary ed. by John D. Barry, et al. Bellingham, WA: Lexham Press.
Herkomst afbeeldingen
2.2 Map of Palestine is an adapted version of: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:First_ century_Iudaea_province.gif, released under CC BY-SA 2.5
2.3 Photo of the model of the Temple of Herod is from Wikipedia Commons and is in public domain.
De wereld van het verhaal
Ådna, Jostein. 2013. ‘Temple Act’. In Dictionary of Jesus and the Gospels, edited by Joel B. Green, Second Edition, 947-52. IVP Bible Dictionary. Downers Grove, Illinois: IVP Academic.
Beasley-Murray, George. 1999. John, vol. 36, Word Biblical Commentary. Dallas: Word, Incorporated. 37-42.
Bernard, J. H. 1929. A critical and exegetical commentary on the Gospel according to St. John, red.
Alan Hugh McNeile, International Critical Commentary. New York: C. Scribner’ Sons. 86.
Earle, Ralph.1966. “The Gospel according to St. Matthew,” in Matthew-Acts, vol. 4, The Wesleyan Bible Commentary. Grand Rapids, MI: William B. Eerdmans Publishing Company, 35, 40, 52.
Keener, Craig. 1993. The IVP Bible background commentary: New Testament. Downers Grove, IL: InterVarsity Press. Joh 2:18-20.